Stijlen wijzigen, aanmaken, verwijderen en opslaan

1. Leerdoel

Studenten moeten opmaakstijlen kunnen wijzigen en verwijderen en nieuwe stijlen aanmaken en opslaan. 

2. Bestaande stijlen aanpassen

2.1. Het lettertype van een stijl wijzigen

  1. Open een nieuw document op basis van het sjabloon 'Buurtkrant.dotx' dat we zopas hebben aangemaakt tijdens de oefening op de vorige webpagina:

    1. Klik op het tabblad 'Bestand'
    2. Klik op de menuoptie 'Nieuw'
    3. Klik in het midden van de Backstage op de knop 'Persoonlijk' (op je thuiscomputer) of 'Aangepast' (op een computer van de UC Leuven)
    4. Het zojuist opgeslagen sjabloon werd bewaard in de map 'Aangepaste Office-sjablonen'

  1. Selecteer het sjabloon 'Buurtkrant' in de sjablonenlijst door het aan te klikken

  1. Je nieuwe buurtkrant ziet er als een lege pagina uit.

  1. Onderstel dat je het lettertype van de hoofdtitels - dat door het gekopieerde sjabloon 'Buurtkrant.dotx' is ingesteld op Calibri 11 - wenst te veranderen in 'Comic Sans'.  Dat gaat als volgt:

    1. Klik op het tabblad 'Start'
    2. Klik in de groep 'Stijlen' op het startpictogram
    3. Daardoor wordt het taakvenster 'Stijlen' geopend.
    4. In de keuzelijst worden alle stijlen, die in het sjabloon 'Buurtkrant.dotx' voorzien werden, uitgelijst (wat eerder reeds werd uitgelegd, wanneer we stijlen hebben toegepast op tekstdelen).

    1. Plaats de muiswijzer in de lijst met stijlen op de stijl waarvan je de opmaak wil wijzigen, zonder deze evenwel aan te klikken: wijs naar 'Kop 1'. Het is deze stijl die we nu wensen te wijzigen.
    2. Bemerk dat een infolabel wordt geopend waarin de opmaakkenmerken van de stijl worden weergegeven. In dit geval leert dit infolabel ondermeer dat stijl 'Kop 1' is afgeleid van de stijl 'Standaard' maar dat het lettertype werd gewijzigd in puntgrootte 14 (Kop 1: Lettertype: (Standaard) + Koppen, 14 pt, Vet).
    3. Bemerk ook dat rechts van de stijlnaam 'Kop 1' een vervolgknop verschijnt, wanneer je de muiswijzer op de stijlnaam 'Kop 1' plaatst.
      Klik op deze vervolgknop om een keuzelijst te openen die je toelaat om tal van bewerkingen op de stijl uit te voeren.

    1. Klik thans op de optie 'Wijzigen' om het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' te openen.

Noot: Je kan het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' eveneens openen door in de lijst 'Stijlen' van het tabblad 'Start' met rechtermuisknop op een stijl te klikken en in het vervolgmenu de optie 'Wijzigen' te selecteren.

  1. Boven in het dialoogvenster wordt de stijlnaam die thans zal worden gewijzigd weergegeven ('Kop 1'), evenals de stijl waarop de stijl van 'Kop 1' gebaseerd is.  In dit geval werd de stijl 'Standaard' als basis genomen.

Zoals we straks zullen zien, kan je een nieuwe stijl baseren op een eerder gemaakte stijl: ofwel om de gelijkvormigheid van de tekst naar bijvoorbeeld lettertype te bewaren, ofwel omdat deze stijl qua opmaakkenmerken het dichtst de nieuwe te maken stijl benadert (waardoor minder kenmerken moeten worden gewijzigd om een nieuwe stijl te creëren).

Ook de stijl die op de 'Volgende alinea:' moet worden toegepast kan in dit dialoogvenster worden opgegeven.  In dit voorbeeld heeft tijdens het schrijven van je buurtkrant het indrukken van de Enter-toets aan het einde van de titeltekst, opgemaakt met opmaakstijl 'Kop 1', tot gevolg dat de daaropvolgende alinea automatisch wordt opgemaakt met de stijl 'Standaard'.  Het instellen van de stijl voor de volgende alinea voorkomt dat je bij het gebruik van het documentsjabloon steeds opnieuw manueel de juiste, 'volgende' stijl moet instellen.

  1. Midden in het dialoogvenster verschijnt een voorbeeld van de alinea-opmaak en tekenopmaak die door deze stijl wordt toegepast
  2. Dit voorbeeld wordt gevolgd door een nauwkeurige beschrijving van de opmaakkenmerken.
  3. Vermits we thans enkel het lettertype en de puntgrootte van stijl 'Kop 1' willen wijzigen, volstaat het om in het groepsvak 'Opmaak' van het dialoogvenster het lettertype 'Calibri' te wijzigen in 'Comic Sans' (of elk ander lettertype).

Klik daartoe op de vervolgknop achter de melding 'Calibri' om een keuzelijst te openen waarin je het gepaste lettertype kan selecteren door dit aan te klikken.

  1. Vermits we wensen dat in de toekomst alle nieuwe buurtkranten de stijl 'Kop 1' weergeven in 'Comic Sans', klik je op het keuzerondje 'Nieuwe documenten op basis van deze sjabloon', links onderaan in het dialoogvenster.
  2. Nadat alle wijzigingen werden doorgevoerd, klik je in het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' op de OK-knop om terug te keren naar het taakvenster 'Stijlen'

Alle tekst die met de gewijzigde stijl werd opgemaakt wordt automatisch in heel het document van de nieuwe opmaakkenmerken voorzien: alle 'Koppen 1' worden in 'Comic Sans' weergegeven, niet enkel in déze buurtkrant, maar ook in alle andere buurtkranten die we op basis van dit documentsjabloon zullen aanmaken in de toekomst.

Dat kan je onder meer zien aan de weergave van de knop 'Kop 1' in de lijst 'Stijlen': het gebruikte lettertype in deze knop is nu niet langer 'Calibri', maar 'Comic sans'.

2.2. Andere opmaakkenmerken wijzigen

Bemerk in bovenstaande figuur dat je vanuit het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' niet enkel het lettertype van een stijl kan wijzigen, maar ook:

Je kan echter nog veel meer opmaakkenmerken van een stijl instellen vanuit dit dialoogvenster: nummering, randen en arceringen, méér lettertypes, enzovoort.

Onderstel dat we in onze buurtkrant alle koppen van niveau 1 niet enkel willen weergeven in een ander lettertype (Comic Sans), maar deze titels tevens willen omkaderen.

  1. Klik daartoe met de rechtermuisknop op de stijl 'Kop 1' in stijlengalerij.

  1. Klik in de daardoor geopende keuzelijst opnieuw op de optie 'Wijzigen'
  2. Het dialoogvenster 'Stijlen wijzigen' opent zich terug
  3. Klik links onderaan in het dialoogvenster op de knop 'Opmaak' waardoor een rolmenu wordt geopend.

2.2.1. Lettertype wijzigen

Klikken op de optie 'Lettertype' in het rolmenu brengt je bij het gelijknamige dialoogvenster waarin je voor een stijl het lettertype, de tekenstijl, de puntgrootte, de tekstkleur, onderstrepingsstijl en -kleur en tal van 'effecten' kan instellen. Klik hier voor meer informatie aangaande het gebruik van dit dialoogvenster.

Door op het tabblad 'Geavanceerd' te klikken, kan je nog heel wat andere opmaakkenmerken definiëren.  Probeer maar uit...

2.2.2. Alinea-opmaak wijzigen

De optie 'Alinea...' in het rolmenu van de knop 'Opmaak' opent weer een gelijknamig dialoogvenster met tal van opmaakmogelijkheden, geordend in twee tabbladen: 'Inspringen en afstand' en 'Tekstdoorloop' (klik hier voor meer info).

Door links onderaan in het dialoogvenster op de knop 'Tabs' te klikken kan je in het dialoogvenster 'Tabs' de tabinstellingen voor de stijl definiëren.

2.2.3. Tabinstelling wijzigen

Deze optie in het rolmenu 'Opmaak' voert eveneens naar het dialoogvenster 'Tabs' dat hierboven werd besproken (klik hier voor meer info aangaande het instellen van tabs).

2.2.4. Randen en arceringen wijzigen

  1. Klik het rolmenu 'Opmaak' in het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' open
  2. Selecteer thans de menuoptie 'Rand...' in het daardoor geopende rolmenu
  3. Het dialoogvenster 'Randen en arcering' wordt geopend waardoor we de stijl 'Kop 1' kunnen wijzigen door er een omkadering rond te zetten.

  1. Klik in het groepsvak 'Instelling:' op de knop 'Schaduw'

  2. Kies een lijndikte in de keuzelijst 'Dikte'

  3. Kies een (groene) kleur in de keuzelijst 'Kleur:'

  4. Zorg dat in de keuzelijst 'Toepassen op:' de optie 'Alinea' is geselecteerd

  5. Klik op de knop 'OK' om het dialoogvenster te sluiten en terug keren naar het dialoogvenster 'Stijl wijzigen'
  6. Vergeet niet het selectievakje 'Nieuwe documenten op basis van deze sjabloon'' aan te vinken
  7. Bemerk dat in het voorbeeldvenster de zojuist ingestelde omranding wordt weergegeven
  8. Ook in de beschrijving van de opmaakkenmerken, wordt deze nieuwe omranding beschreven

  1. Klik op de knop 'OK' om het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' te sluiten
  2. Bij het opslaan van je buurtkrant (zie verder) zal MS Word vragen of je de (op deze wijze aangebrachte) wijzigingen wenst op te slaan: dan kies je uiteraard voor 'Ja', zodat je volgende buurtkrant dezelfde blauwe omkadering en het lettertype voor 'Kop 1' bevat.

Je buurtkrant toont thans de gewijzigde opmaak van profiel 'Kop 1': tik een eerste titel in je document en pas er de stijl 'Kop 1' op toe.

 

2.2.5. Opsommingstekens en nummering wijzigen

Een laatste belangrijke optie van het rolmenu 'Opmaak', die we in deze basiscursus bespreken, is de optie 'Nummering'.  Om via het dialoogvenster 'Opsommingstekens en nummering' een gepast opsommingsteken of een gepaste nummering in te stellen voor de stijl 'Lijstalinea' kan je deze optie gebruiken.

  1. Klik op het startpictogram van de groep 'Stijlen' om het taakvenster 'Stijlen' te openen

  1. Klik op de vervolgknop rechts van de stijlnaam 'Lijstalinea' in het taakvenster 'Stijlen'
  2. Kies in het vervolgmenu voor de optie 'Wijzigen'

Noot: indien je deze lijstnaam niet kan vinden, wijzig dan via de knop 'Opties' in het taakvenster het aantal in het overzicht zichtbare stijlen

  1. Klik in het daardoor geopende dialoogvenster 'Stijl wijzigen' op de knop 'Opmaak'
  2. Kies in het vervolgmenu voor de optie 'Nummering'

  1. Daardoor wordt het dialoogvenster 'Opsommingstekens en nummeringen' geopend waarin je het tabblad 'Opsommingstekens' aanklikt
  2. Kies een gewenst opsommingsteken in de 'Bibliotheek Opsommingstekens'
  3. Klik op 'OK' om het dialoogvenster 'Opsommingstekens en nummering' te sluiten
  4. In het voorbeeldvenster van het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' kan je het gekozen opsommingsteken evalueren
  5. Je kan de stijl 'Lijstalinea' toevoegen aan de lijst 'Stijlen' op het tabblad ‘Start’ door in het dialoogvenster 'Stijl wijzigen' de optie ‘Toevoegen aan galerie Stijlen’ aan te vinken.
  6. Selecteer het keuzerondje 'Nieuwe documenten op basis van deze sjabloon'
  7. Klik op de knop 'OK' van dialoogvenster 'Stijl wijzigen' om dit venster te sluiten

Je kan vanaf dan, vanuit deze lijst 'Stijlen', de stijl toepassen op een alinea van een document

2.3. De wijzigingen in het documentsjabloon 'Buurtkrant.dotx' opslaan

  1. Om de wijzigingen in het documentsjabloon 'Buurtkrant.dotx' op te slaan, klik je op de systeemknop 'Sluiten' , rechts bovenaan op je beeldscherm (ofwel klik je op het tabblad 'Bestand' en vervolgens op de menuoptie 'Sluiten' in de Backstage)
  2. MS Word vraagt of je de wijzigingen in het huidige document wil opslaan: vermits we dit document enkel hebben gebruikt om het onderliggende sjabloon aan te passen, kan je in dit geval op de knop 'Niet opslaan' klikken.

  1. Vervolgens vraagt MS Word of je de wijzigingen in het documentsjabloon 'Buurtkrant.dotx' wil opslaan: in dit geval klik je uiteraard op de knop 'Opslaan', zodat we het gewijzigde sjabloon later opnieuw kunnen gebruiken.

  1. Wanneer je vervolgens een nieuwe document aanmaakt op basis van het sjabloon 'Buurtkrant.dotx', dan zie je in het taakvenster 'Stijlen' dat de stijl 'Kop 1' en 'Lijstalinea' is opgemaakt met de eerder gewijzigde opmaakkenmerken .

 

2.4. Een stijl wijzigen op basis van opgemaakte tekst

Bovenstaande werkwijze voor het wijzigen van een stijl werkt perfect, maar is misschien wat omslachtig. Er is echter nog een tweede manier om stijlen aan te passen. Je vertrekt daarbij van een stuk handmatig opgemaakte tekst of opgemaakte alinea die je rechtstreeks in een document intikt.

Vervolgens wijs je de opgemaakte tekst toe aan één van de stijlen in de galerij 'Stijlen'.

  1. Open een nieuw document dat je baseert op het sjabloon 'Buurtkrant.dotx' en tik in een nieuwe alinea een titel, die je vanaf nu voor elke krant als Buurtkranttitel wil gebruiken ; bijvoorbeeld: 'De Buurtgazet'
  2. Selecteer Buurtkranttitel
  3. Maak deze titel op met de gewenste letterstijlen met behulp van de opdrachtknoppen en keuzelijsten in de groep 'Lettertype' van het tabblad 'Start' of met behulp van het dialoogvenster 'Lettertype'


  1. Klik met de rechtermuisknop op de stijlnaam waarvan je de opmaakkenmerken in overeenstemming wil brengen met de opmaakkenmerken van je handmatig opgemaakte buurtkranttitel (in onderstaande figuur werd bijvoorbeeld de stijl 'Titel' gekozen)
  2. Kies in het vervolgmenu op de optie 'X bijwerken om met selectie te laten overeenkomen' ('X' is de naam van de te wijzigen stijl)

  1. Bemerk dat de gekozen stijl in de lijst 'Stijlen' meteen met de opmaakkenmerken van de geselecteerde tekst wordt weergegeven.

  1. Vanaf nu kan je deze aangepaste stijl in heel het thans geopende document gebruiken om alle tekstdelen die eenzelfde opmaak moeten verkrijgen er mee op te maken:

    1. selecteer elk tekstdeel dat dezelfde opmaak behoeft
    2. en klik in de lijst met 'Stijlen' op de aangepaste stijl
 

3. Nieuwe stijlen toevoegen

Het aanmaken van geheel nieuw opmaakstijlen verloopt grotendeels op analoge wijze met het wijzigen van een bestaande stijl.  Je zal het aanmaken van een nieuwe stijl noodzakelijk achten, wanneer het documentsjabloon geen gepaste standaardstijl bevat die tegemoet komt aan je wensen (een eerder uitzonderlijke situatie).

  1. Open het taakvenster 'Stijlen' door in de groep 'Stijlen' van het tabblad 'Start' op het startpictogram te klikken.

  1. Klik in het taakvenster op de voor de hand liggende knop 'Nieuwe Stijl' om het dialoogvenster 'Nieuwe stijl maken uit opmaak' te openen.

 

  1. Tik in het invoerveld 'Naam' een gepaste naam in voor de nieuwe stijl (in onderstaande figuur werd als stijlnaam 'Buurtkranttitel' gekozen)

  2. Bepaal via de keuzelijst 'Type stijl' of de stijl moet toegepast worden op een alinea, een teken, een tabel of een lijst (klik hier voor meer info aangaande de soorten stijlen).

  1. Selecteer in de keuzelijst 'Stijl gebaseerd op' een bestaande stijl die de opmaakkenmerken bevat waarop je je wil baseren voor de creatie van je nieuwe stijl.  Je kiest dus bij voorkeur een bestaande stijl die zo weinig mogelijk afwijkt van de opmaakkenmerken die je aan de nieuwe stijl wil toekennen, ten einde je werk te beperken.

  2. Kies in de lijst 'Volgende alinea' de stijl die (na het toepassen van de nieuwe stijl) op de daaropvolgende alinea automatisch moet worden toegepast (meestal zal dit de stijl 'Standaard' zijn waarmee de hoofdtekst onder een titel wordt opgemaakt).
  3. Stel eventueel de tekenopmaak of alinea-opmaak van je nieuwe stijl in in het groepsvak 'Opmaak' van het dialoogvenster of via het dialoogvenster 'Lettertype' dat je kan openen door op de knop 'Opmaak' te klikken en de optie 'Lettertype' aan te klikken.
  4. Kies eventueel een ander lettertype

  1. Kies eventueel een tekenstijl (vet, cursief, onderstreept)
  2. Bepaald de puntgrootte
  3. Selecteer de gewenste tekstkleur
  4. Vink eventueel de optie 'Toevoegen aan galerie Stijlen' aan

  1. Markeer het keuzerondje 'Nieuwe documenten op basis van dit sjabloon' opdat de nieuwe stijl bij het afsluiten van de Wordsessie aan het thans gebruikte sjabloon wordt toegevoegd.
  2. Klik op de knop 'OK' om het Dialoogvenster 'Nieuwe stijl maken uit opmaak' te sluiten.

Vanaf nu kan je de nieuwe stijl gebruiken in alle documenten die met behulp van het huidige sjabloon worden opgemaakt.

Noot: Het selectievakje 'Automatisch bijwerken' is enkel beschikbaar voor alinea-stijlen.  

Het aanvinken van het vakje heeft tot gevolg dat voortaan de nieuwe stijl automatisch opnieuw gedefinieerd wordt (of nog: gewijzigd wordt) zodra je in om het even welk document, dat met dit opmaakprofiel werd opgemaakt, handmatig wijzigt.  

Dit betekent dat elke wijziging van de opmaak, die je manueel op een alinea uitvoert, automatisch wordt opgeslagen én automatisch wordt toegepast op ALLE alinea's die met deze stijl zijn opgemaakt in ALLE documenten, die op dit opmaakprofiel gebaseerd zijn!  

Deze optie kan je dus maar beter niet gebruiken, wanneer je geen ervaren MS Word-gebruiker bent.

 

4. Stijlen bewaren

Als je een document opslaat, dan worden alle stijlen (gewijzigde én nieuwe) die er in gebruikt werden eveneens bewaard, waardoor deze onmiddellijk beschikbaar zijn wanneer je het document een volgende keer opent.

MS Word toont daarenboven een dialoogvenster waarin gevraagd wordt of de gewijzigde of nieuwe stijlen al dan niet in het onderliggende documentsjabloon moeten worden opgeslagen.  Vermits het doorgaans je bedoeling is om bij een volgend gebruik van het documentsjabloon opnieuw over alle gewijzigde en nieuwe stijlen te kunnen beschikken, kan je best op de knop 'Opslaan' klikken.

5. Stijlen uit de lijst 'Stijlen' verwijderen

Overbodige stijlen kan je uit de lijst 'Stijlen' verwijderen als volgt.

  1. Klik in de lijst 'Stijlen' met de rechtermuisknop op de te verwijderen stijl
  2. Kies in het vervolgmenu op de optie 'Verwijderen uit galerie Stijlen'

6. Bronnen

Helpprogramma van Microsoft Word 2013: zoek op 'stijlen', 'documentsjabloon'.