De student moet, ten einde de productiviteit tijdens het werken met MS Word te verhogen, kennis verwerven aangaande het gebruik van stijlen, het aanmaken van een nieuw documentsjabloon, het aanpassen van bestaande stijlen en toevoegen van nieuwe opmaakstijlen.
Een stijl is een bepaalde set opmaakkenmerken die op
geselecteerde tekst in een document kan worden toegepast en waarmee het uiterlijk van het
document snel kan worden gewijzigd. In de voorgaande versies van MS Word werden stijlen ‘opmaakprofielen’ genoemd. Zoals verder zal blijken worden beide begrippen door MS Word 2013 soms door elkaar gebruikt.
Elke stijl heeft een eigen naam en bevat een groep opmaakkenmerken
zoals lettertype, lettergrootte- en stijl, regelafstand, alinea-uitlijning en
tabstops.
Als een stijl wordt toegepast, wordt met één muisklik deze groep opmaakkenmerken aan de geselecteerde tekst toegekend.
Bijvoorbeeld: de stijl met als naam 'Kop1' zorgt ervoor dat met één muisklik een titel in een document wordt opgemaakt met een bepaald lettertype, met een bepaalde lettergrootte, wordt voorafgegaan door een volgnummer, eventueel onderstreept wordt, enzovoort. Dankzij deze stijl kan je elke titel in een document met één muisklik op precies dezelfde wijze opmaken.
Werken met stijlen heeft dan ook een aantal voordelen:
In de plaats van voor elke titel steeds opnieuw de lettergrootte te verhogen, vet te maken en te onderlijnen, kunnen deze drie handelingen in één beweging worden uitgevoerd door op de titel een stijl toe te passen. Titels (of andere tekstdelen) hoef je dus niet steeds opnieuw handmatig op dezelfde wijze ‘op te maken’, wat de gelijkvormigheid van titels waarborgt en een snelle opmaak toelaat. Dit geldt niet enkel voor titels, maar ook voor bijvoorbeeld de hoofdtekst, voetnoten, kopteksten, citaten, lijsten, enzovoort.
Op basis van stijlen, toegekend aan titels in een tekst, kan snel een automatische inhoudsopgave, mét exacte paginaverwijzing worden toegevoegd. De inhoudsopgave hoef je dus niet handmatig in te tikken met vermelding van titel en paginanummer wanneer je consequent gebruik maakt van stijlen.
Indien de opmaak van titels op een later moment moet worden gewijzigd, hoeft deze wijziging enkel in de stijl te gebeuren, waarna alle titels in een tekst die met deze stijl werden opgemaakt, automatisch worden gewijzigd.
Er zijn drie soorten stijlen:
Stijlen voor alinea's worden toegepast op een gehele alinea (bijvoorbeeld een titel) wanneer deze geheel geselecteerd is of zelfs wanneer het invoegstreepje op een willekeurige plaats in de alinea geplaatst wordt. Stijlen voor alinea's bepalen niet enkel het lettertype en de lettergrootte van de alinea maar ook elke andere formattering die op een alinea kan worden toegepast: uitlijning, inspringen, witruimte boven en onder, enzovoort.
De
stijl met de naam 'Standaard' is, zoals de naam aangeeft, de
stijl die standaard op een alinea wordt toegepast. Dit betekent
dat, wanneer je dit niet anders instelt, alle tekst die je intikt in een
document (de hoofdtekst) met de opmaakkenmerken van deze stijl wordt opgemaakt.
Dat kan je merken, wanneer je MS Word net hebt opgestart, aan de galerij
'Stijlen' op het tabblad 'Start': daarin is standaard de stijl 'Standaard' geselecteerd.
Stijlen voor alinea's zijn in de keuzelijst 'Stijlen' in het taakvenster 'Stijlen' (dat je opent door op het startpictogram van de groep 'Stijlen' te klikken, herkenbaar aan het symbool .
Stijlen voor tekens worden enkel op geselecteerde tekst (één woord of een zinsdeel) toegepast. In tegenstelling met stijlen voor alinea's bepalen stijlen voor tekens niet de uitlijning, het inspringen, noch de tussenliggende witruimte van de tekst. Je zou een stijl voor tekens daarentegen kunnen gebruiken indien je bepaalde woorden of zinsdelen steeds opnieuw bijvoorbeeld vetjes, onderstreept, cursief en roodkleurig wil weergeven.
Stijlen voor tekens kunnen enkel de opmaakkenmerken bevatten die je kan instellen in het dialoogvenster 'Lettertype'.
Deze stijlen zijn in de keuzelijst 'Stijlen' in het taakvenster 'Stijlen' herkenbaar aan het symbool a.
Nadat je een lijst in je document hebt opgemaakt naar eigen wens, kan je er een stijl van maken en deze meermaals gebruiken in een document. Stijlen voor lijsten laten je toe de lijst aan te vangen met een opsommingsteken, nummer, symbool of figuur, de insprong vast te leggen, de regelafstand te bepalen, enzovoort.
Stijlen voor lijsten zijn in de keuzelijst 'Stijl' in het taakvenster herkenbaar aan de stijlnaam.
Een documentsjabloon is een speciaal Word-document dat eindigt op de extensie '.dotx' (document template) en dat wordt gebruikt om verschillende documenten een identieke opmaak en uitzicht te geven.
MS Word bevat standaard een heel aantal documentsjablonen die je meteen kan gebruiken voor het opmaken van brieven, memo's, rapporten,... In een documentsjabloon worden alle elementen van het document opgenomen die nooit veranderen; bijvoorbeeld: het bedrijfslogo, de organisatienaam, het adres, enzovoort. Dit heeft tot gevolg dat, wanneer je een nieuw document aanmaakt met behulp van een sjabloon, alle 'vaste tekst', logo's en afbeeldingen meteen op de juiste plaats in je document worden geplaatst. Je hoeft dan alleen maar de documentspecifieke tekst in te tikken (zie ook).
Stijlen maken eveneens deel uit van een sjabloon. Een sjabloon is dus onder meer een verzameling van verschillende stijlen. Wanneer een nieuw document wordt gestart, worden de beschikbare sjablonen getoond en kan de gebruiker op elk moment een gewenste stijl kiezen. Zoals uit onderstaande figuur blijkt, voorziet MS Word in zeer vele verschillende soorten standaardsjablonen.
Als MS Word opstart, kan je meteen een gepast sjabloon kiezen. Wanneer je kiest voor het sjabloon 'Leeg document' dan kies je in feite voor het documentsjabloon Normal.dotx. De tekst die dan wordt ingevoerd, is gebaseerd op de stijl 'Standaard' waardoor het lettertype, de grootte van het lettertype, de regelafstand, tekstuitlijning en andere opmaakkenmerken die zijn opgenomen in de stijl 'Standaard' worden gebruikt. Deze stijl is de basisstijl van het sjabloon Normal.dotx. Een basisstijl is de bouwsteen voor alle andere stijlen in een sjabloon.
Het documentsjabloon Normal.dotx bevat naast de stijl 'Standaard' ook een aantal andere stijlen. Een aantal algemene stijlen die in Normal.dotx voorkomen kunnen bekeken worden in de groep 'Stijlen' op het tabblad 'Start': 'Kop 1', 'Kop 2', 'Kop 3',....
Helpprogramma van Microsoft Word 2013: zoek op 'stijl' en 'sjabloon'.