Zoeken in MS Office Algemeen 2010-cursus:

Documenten Bewaren

Dat het zorgvuldig opslaan van Office-documenten een uiterst belangrijke taak is, die je geregeld moet uitvoeren om het verlies van ingevoerde gegevens te voorkomen, spreekt voor zich.

1. Standaardprocedure

In elk Office-programma verloopt het bewaren van documenten steeds op zeer gelijkaardige wijze.

  1. Klik op het tabblad 'Bestand' om de Backstage te openen
    Bemerk dat rechts de belangrijkste eigenschappen van het huidige document getoond worden

  1. Klik op de knop 'Opslaan' in het vervolgmenu
  2. Of klik in hetzelfde menu op de optie 'Opslaan als...' (klik hier voor meer info)
  3. Je kan ook gelijktijdig op de toetscombinatie 'Ctrl' en 'S' drukken op je toetsenbord
  4. Of je kan op het icoon 'Opslaan' in de werkbalk 'Snelle toegang' van het programma klikken.

2. Een nieuw bestand opslaan

Wanneer je een bestand voor het eerst opslaat, verschijnt het dialoogvenster 'Opslaan als'.

Het stelt je in staat om twee noodzakelijke taken uit te voeren:

  1. het nieuwe bestand een naam geven
  2. de naam opgeven van de harde schijf, map, diskette, geheugenstaafje, netwerkstation,... waarin of waarop je het nieuwe bestand wenst te bewaren.

Let wel: je moet deze taken enkel de allereerste keer dat je het bestand opslaat uitvoeren.  Nadien wordt bij het bewaren van het (gewijzigde) bestand - op één van de voornoemde wijzen - het oude bestand overschreven met de nieuwe, gewijzigde versie op dezelfde locatie.

2.1. Een bestandsnaam invoeren

  1. Tik de naam van het nieuwe bestand in het invoerveld 'Bestandsnaam'.

  2. Standaard voert het programma een voorlopige naam in: veelal stelt MS Word de bestandnaam 'Doc1.docx' voor, maar dat kan net zo goed een deel van de eerste tekstregel in het nieuwe document zijn.

  3. Deze voorlopige bestandsnaam kan je overschrijven met een eigen, betekenisvolle bestandsnaam.

  4. Kies het gewenste bestandstype in de keuzelijst 'Opslaan als:' door deze lijst open te klikken met behulp van de vervolgknop (zwarte neerwaartsgerichte pijl) rechts van de keuzelijst.
  5. Doorgaans hoef je het bestandstype niet te wijzigen, omdat het betreffende Office-programma het meest aangewezen standaardtype zelf voorstelt:
    • MS Word stelt als standaardtype een bestandsnaam met de extensie '.docx' voor

    • voor MS Excel is dat '.xlsx'

    • MS Access stelt steeds '.accdb' voor

    • en MS PowerPoint '.pptx'

Let wel: je hoeft voornoemde extensies niet manueel in te tikken achter de bestandsnaam in het invoerveld 'Bestandsnaam'.  Het MS Office-programma zal deze namelijk zélf toevoegen op grond van je keuze in de keuzelijst 'Opslaan als'.

2.2. Een station opgeven

Je kan best zelf bepalen op welke locatie je het bestand wenst te bewaren aan de hand van de keuzelijst 'Opslaan in'.

In Windows 7:

  1. Klik de keuzelijst 'Opslaan in' open door op de vervolgknop rechts van de keuzelijst te klikken.

  2. Klik in het rolmenu op het station waarin je het bestand wenst te bewaren:
    • 'Diskettestation (A:)'

    • 'Lokaal station (C:)'

    • CD-rom

    • geheugenstaafje (USB-stick)

    • netwerkstation (H: of Homedrive)

    OF:

    • De knop 'Vertrouwde sjablonen' opent bij het aanklikken de map op de harde schijf van je computer, waarin MS Office standaard je eigen (zelfgemaakte) sjablonen bewaart.
    • Klik op de knop 'Onlangs geopend', links in het dialoogvenster om rechts een lijst te openen met locaties waarin je onlangs documenten hebt opgeslagen, wat kan voorkomen dat je steeds opnieuw dezelfde locaties moet opzoeken.

    • Klik op de knop 'Bureaublad' om het document op je bureaublad te bewaren.  Op je bureaublad verschijnt een snelkoppeling naar het document, die bij het dubbelklikken meteen het document opent in de Office-applicatie waarmee het werd aangemaakt.

    • De knop 'Mijn documenten' toont de inhoud van de map 'Mijn Documenten' op de C-schijf van de computer, net zoals de keuzelijst 'Opslaan in:' wanneer het dialoogvenster geopend wordt.
      Noot: Wanneer je aan het werk bent op een KHL-computer in een computerklas verwijst de knop 'Mijn documenten' naar de Homedrive (H:).

    • De knop 'Mijn computer' toont de beschikbare stationsnamen op de computer (diskettestation, harde schijf, USB-stick, CD-rom drive,...)

    • 'Mijn Netwerklocaties' toont bij het aanklikken de beschikbare netwerkstations.

  3. Doorgaans stelt het programma zelf de locatie (map) op de harde schijf van de computer voor met als naam 'Mijn documenten'. 

2.3. Een map selecteren

Nadat je het gewenste station hebt opgegeven door het aan te klikken, kan je via dezelfde keuzelijst de gewenste map (folder) opgegeven waarin het nieuwe bestand moet worden bewaard.

In bovenstaande figuur werd bij wijze van voorbeeld het station C: (de harde schijf van een computer) geselecteerd, waardoor alle mappen die in het station vooraf gemaakt werden, worden getoond.

  1. Klik op de naam van de gewenste map om deze te openen

  2. Indien deze map één of meerdere (onderliggende) submappen bevat, worden deze vervolgens weergegeven

  3. Door een submap aan te klikken wordt deze geopend

  4. Klik op de knop 'Opslaan' om het bestand voor het eerst te bewaren in de geselecteerde map en onder de opgegeven bestandsnaam.

In Windows 7:

of:

2.4. Een nieuwe map aanmaken

Het is een uitstekend idee om al je bestanden te ordenen in mappen, waarbij elke map een aantal bij elkaar horende bestanden bevat.  Dit maakt het je makkelijker om later bestanden vlot terug te vinden.

Tijdens het opslaan van een nieuw bestand in MS Office beschik je daartoe over de mogelijkheid om een nieuwe map aan te maken op het geselecteerde station.

In Windows 7:

  1. Zorg ervoor dat het station en eventueel de map waarbinnen je een nieuwe (sub)map wil aanmaken geselecteerd zijn.

  2. Klik op het icoon 'Nieuwe map' rechts boven in het dialoogvenster 'Opslaan als'.

  1. Tik in het dialoogvenster 'Nieuwe map' de naam van de nieuwe map en klik op de knop 'OK' wanneer je daarmee klaar bent.
    Voor het invoeren van mapnamen kan je gebruik maken van letters, cijfers en spaties: in onderstaand voorbeeld werd bijvoorbeeld de mapnaam 'Verslagen 2005' ingevoerd.

  1. Klik op de knop 'Opslaan' in het dialoogvenster 'Opslaan' om het bestand voor het eerst te bewaren in de nieuwe map.

3. Een bestand opnieuw opslaan

Zoals hoger reeds vermeld werd, hoef je de bestandsnaam en locatie waarin het bestand moet worden opgeslagen slechts één keer op te geven.

Let wel: Wanneer je, nadat een bestand voor het eerst werd opgeslagen, dit opnieuw opslaat dan wordt de eerdere versie van het bestand overschreven met de nieuwe, gewijzigde versie!

4. Een bestand opslaan onder een andere naam

Om bijvoorbeeld verschillende versies van eenzelfde document te bewaren kan je elke gewijzigde versie van een bestand opslaan onder telkens een andere bestandsnaam.  Door een gewijzigd bestand een andere naam te geven, blijft de eerdere versie in zijn oorspronkelijke vorm bestaan.

  1. Klik op het tabblad 'Bestand' klik de optie 'Opslaan als' aan en klik op 'Word-document'.

  2. Je komt dan opnieuw in het dialoogvenster 'Opslaan als' terecht.

  3. Voer een nieuwe bestandsnaam in in het invoerveld 'Bestandsnaam'.

  4. Wanneer je op de knop 'Opslaan' klikt wordt het nieuwe bestand, naast het oorspronkelijke bestand bewaard in dezelfde map (tenzij je uiteraard een ander station, map of nieuwe map opgeeft).

5. Documenten 'Automatisch opslaan' en 'AutoHerstel'

Het zou je kunnen overkomen dat een MS Office-programma zichzelf afsluit of je computer vastloopt, nog voor je het bestand waarmee je aan het werk bent hebt kunnen opslaan. Om te voorkomen dat je in deze noodgevallen alle laatst toegevoegde gegevens onherroepelijk kwijtraakt, beschikt Office over een functie 'Automatisch opslaan', evenals een functie 'Autoherstel'.

Beide functies zijn beschikbaar in:

Standaard zijn beide functies ingeschakeld bij de installatie van MS Office op je computer.

5.1. Automatisch opslaan

Wanneer de functie 'Automatisch opslaan' is ingeschakeld, dan zorgt MS Office ervoor dat in de achtergrond (zonder dat je daar iets van merkt) je actieve bestand(en) op gezette tijdstippen automatisch wordt opgeslagen: standaard gebeurt dit elke 10 minuten.

Indien je wil controleren of deze functie is ingeschakeld, of wanneer je de standaard ingestelde tijdspanne tussen twee automatische bewaar-acties wil wijzigen, ga je als volgt tewerk:

  1. Klik op het tabblad 'Bestand'
  2. Klik vervolgens in het dialoogvenster op de knop 'Opties'

  1. In het dialoogvenster 'Opties voor ...' klik je eerst op de knop 'Opslaan'
  2. Vervolgens kan je het selectievakje dat de melding 'Elke ... minuten AutoHerstel-gegevens opslaan' aanvinken
  3. en met behulp van de keuzelijst het gewenste aantal minuten tussen twee bewaar-acties instellen.

Vanaf dan zal je document automatisch worden opgeslagen elke ... minuten en zal je bij het onverwacht afsluiten van het programma of je computer enkel de gegevens verliezen die je hebt ingevoerd nadat je het bestand zelf hebt opgeslagen, of nadat de functie 'Automatisch opslaan' voor het laatst werd uitgevoerd.

5.2. AutoHerstel

Indien een bestand niet op de voorziene wijze werd opgeslagen en de functie 'Automatisch opslaan' is ingeschakeld, dan verschijnt bij het opnieuw opstarten van het MS Office-programma automatisch het taakvenster 'Document herstellen'.

In dit taakvenster worden de bestanden uitgelijst die door de functie 'Automatisch opslaan' werden bewaard.

Voor elk hersteld bestand wordt opgegeven:

  1. de naam
  2. of het om een versie gaat die door de functie 'Automatisch opslaan' werd bewaard (zie nummer 1 in onderstaande figuur);
    dan wel om een versie die manueel door de gebruiker werd opgeslagen (zie nummer 2)
  3. en het moment waarop het bestand voor het laatst werd bewaard door de functie 'Automatisch opslaan';
    ofwel het moment van de laatste manuele bewaring door de gebruiker

Door de muiswijzer naar een bestandnaam te verplaatsen, verschijnt een vervolgknop, die bij het aanklikken een snelmenu opent.