Zoeken in MS Excel 2016-cursus:
Laatst gewijzigd: 8/07/2016

Grafiekindeling wijzigen

1. Leerdoel

Studenten moeten in staat zijn de indeling van een bestaande grafiek te wijzigen: achtergrond bewerken, afbeeldingen, vormen of tekstvakken invoegen, ...

2. Werkwijze

Het tweede tabblad van het contextuele tabblad 'Hulpmiddelen voor grafieken' is het tabblad 'Indeling'. Zoals bovenstaande paragraaf aangeeft, kan met behulp van de opdrachtknoppen in dit tabblad het uitzicht van de onderdelen (waaruit een grafiek is opgebouwd) worden aangepast.

Met het begrip 'onderdelen' (of 'elementen') worden onder meer bedoeld: grafiektitel, astitels, legende, tekengebied, gegevenslabels, .... Afhankelijk van het gekozen grafiektype kunnen meer of minder elementen in de grafiek worden opgenomen of voorkomen.

We overlopen weer de gebruiksmogelijkheden van de verschillende groepen op dit tabblad.

Groep Gebruiksmogelijkheden

2.1. Groep 'Huidige selectie'

Keuzelijst 'Grafiekelementen'

  

Om een grafiekonderdeel te kunnen 'bewerken' moet het eerst geselecteerd worden. Dat kan op twee manieren:

  1. ofwel klik je met de muiswijzer op het te bewerken onderdeel

  2. ofwel selecteer je het te bewerken onderdeel in de keuzelijst van de groep 'Huidige selectie'

In beide gevallen wordt het huidige geselecteerde element gemarkeerd:

In bovenstaande figuur zijn de verticale as en de primaire rasterlijnen geselecteerd. Wanneer je dit met de muis hebt gedaan, dan verschijnt in de groep 'Huidige selectie' automatisch de naam van de geselecteerde elementen, waardoor je je 'muisgeklikte' selectie kan controleren.

De keuzelijst 'Grafiekelementen' in de groep ' Huidige selectie' zorgt ervoor dat je een bepaald grafiekelement wat makkelijker kan selecteren dan met de muis. Daartoe worden alle elementen van het huidige grafiektype in de keuzelijst als aanklikbare opties opgenomen. Afhankelijk van het grafiektype bevat de keuzelijst meer of minder grafiekonderdelen.

 

Opdrachtknop 'Selectie opmaken'

Nadat een onderdeel werd geselecteerd, zorgt de knop 'Selectie opmaken' ervoor dat een taakvenster wordt geopend dat de naam draagt van het geselecteerde element.

  • In het taakvenster worden, zoals eerder uitgelegd, de opmaakmogelijkheden van het geselecteerde element weergegeven.


  • Door op één van de opmaakmogelijkheden te klikken, worden rechts de verschillende parameters voor opmaak zichtbaar.

Het is dan de bedoeling dat je de gewenste parameters op de gewenste 'waarden' instelt.

Zoals eerder reeds werd aangegeven is het, omwille van het groot aantal verschillende grafiekonderdelen én omwille van het groot aantal opmaakmogelijkheden per grafiekelement, onmogelijk is om alle opmaakmogelijkheden van alle grafiekelementen in deze cursustekst te bespreken.

Je zal ze bijgevolg zélf moeten uitproberen en ermee experimenteren. Het Helpprogramma van MS Excel kan je daarbij als wegwijzer gebruiken.

 

Opdrachtknop 'Aanpassen aan stijl'

De opdrachtknop 'Aanpassen aan stijl' kan je tijdens dit experimenteren met de vele opmaakmogelijkheden van een grafiek zeer behulpzaam zijn.

Wanneer je namelijk hoegenaamd niet tevreden bent met de opmaak die je - zoals in voorgaande paragraaf uitgelegd - al experimenterend hebt toegepast, klik dan op deze knop.

MS Excel maakt dan al je opmaak-experimenten ongedaan en herstelt de grafiek in zijn oorspronkelijke vorm (overeenkomstig de grafiekstijl die je eerder gekozen had).

Maar let op: soms slaagt Excel er niet in om al je wijzigingen ongedaan te maken wanneer je de knop 'Aanpassen aan stijl' aanklikt. Gebruik in dat geval (herhaaldelijk) de knop 'Ongedaan maken' in de werkbalk 'Snelle toegang'.

 

2.2. Groep 'Vormen invoegen'

Galerij 'Vormen'

De tweede groep met als naam 'Vormen invoegen' op het tabblad 'INDELING' laat je toe om vormen en tekstvakken aan een grafiek toe te voegen.

Uiterst links in deze groep wordt een galerij met allerhande vormen (tekstvakken, lijnen, pijlen, kaders,...) getoond.

Klik op de knop 'Meer' van de galerij 'Vormen' om de volledige galerij met de meest uiteenlopende vormen te openen:

      1. klik op de gewenste vorm waardoor je muiswijzer in een plusteken verandert

      2. 'teken' met behulp van de ingedrukte linkermuisknop de vorm op de grafiek



      1. klik met de rechtermuisknop eventueel op de ingevoegde vorm om een snelmenu te openen en de vorm verder op te maken

      1. De opties 'Grootte en eigenschappen' en 'Object opmaken' openen elk een taakvenster dat je daarbij behulpzaam kan zijn.

 

Optie 'Tekstvak'

De optie 'Tekstvak' in de galerij laat je toe om na het aanklikken van deze vorm

    • eerst op de plaats in de grafiek te klikken waar het tekstvak moet gepositioneerd worden

  • vervolgens de tekst in te tikken

  • en tenslotte de grootte van het tekstkader aan te passen met behulp van de formaatgrepen

  • Je kan het tekstvak verder opmaken door het met de rechtermuisknop aan te klikken en via het snelmenu de gewenste opmaak toe te passen

 

2.3. Groep' Vormstijlen'

Galerij 'Vormstijlen'

De galerij met visuele stijlen voor vormen en kaders biedt de mogelijkheid om snel het uitzicht van alle voornoemde grafiekonderdelen op te maken.

Je kan daartoe volgende procedure volgen:

  1. Selecteer het grafiekelement waarop je een vormstijl wil toepassen

  2. Klik op één van de getoonde vormstijlen in de galerij van de groep 'Vormstijlen' of blader doorheen deze galerie met behulp van de navigatieknoppen .
    Je kan ook op de knop 'Meer' klikken om de hele galerij te openen waarin alle beschikbare kaders (die het geselecteerde grafiekelement omranden) en achtergronden (eventueel in 3D-uitvoering, transparant of met kleurovergangen) worden getoond.

  1. Door één van de vormstijlen aan te wijzen, wordt deze middels een livevoorbeeld, onmiddellijk op het element toegepast. In onderstaande figuur wordt bijvoorbeeld de vormstijl 'Opvulling met kleurovergang - Olijfgroen, Accent 3, geen contour' aangewezen.

  1. Klik uiteindelijk op de gewenste vormstijl om deze op het geselecteerde grafiekonderdeel toe te passen

In onderstaande figuur wordt een niet-opgemaakte grafiek getoond. In de daaropvolgende figuur werd hetzelfde cirkeldiagram opgemaakt met behulp van vormstijlen:

  • een roodkleurig kader rond de grafiektitel
  • een 3D-achtergrond voor de legende
  • een rode achtergrond met witte omkadering voor de gegevenslabels
  • en een blauwe 3D-achtergrond voor de grafiekachtergrond

Wanneer het resultaat je niet bevalt, klik dan zoals eerder gezegd op de opdrachtknop 'Aanpassen aan stijl' in de groep 'Huidige selectie' van het tabblad 'INDELING' om de opmaak ongedaan te maken.

 

Opdrachtknop 'Opvullen van vorm'

Wanneer je de achtergrondkleur van een geselecteerd grafiekelement wil opmaken met een egale kleur, een kleurovergang, een afbeelding of bitmap:

  1. Klik op de knop 'Opvullen van vorm'

  2. Daardoor opent zich een vervolgmenu waarin je een themakleur of standaardkleur kan aanwijzen die meteen op de grafiek wordt toegepast

  3. Of je kan één van de bijkomende menuopties aanklikken die elk weer een eigen vervolgmenu openen.

  4. Dit vervolgmenu past met behulp van livevoorbeelden de aangewezen kleurovergang of bitmap meteen op het grafiekelement toe.

In onderstaand voorbeeld werd een zogenaamde 'bitmap' als achtergrond voor de grafiek gebruikt.

 

Opdrachtknop 'Omtrek van vorm'

Volgens een gelijkaardige procedure - als in voorgaande paragrafen beschreven - kan aan quasi alle geselecteerde grafiekelementen een omkadering worden toegevoegd:

  1. Selecteer de op te maken vorm (grafiekelement)

  2. Klik op de knop 'Omtrek van vorm'

  3. Wijs in het vervolgmenu een kleur aan om deze te beoordelen via een livevoorbeeld

  4. Of klik op de optie 'Dikte', 'Streepjes', ... om de lijnstijl te bepalen

  5. Klik uiteindelijk op de geprefereerde kleur of optie

In bovenstaande figuur werd eerst via de optie 'Dikte' een lijndikte geselecteerd voor de omkadering van de legende. Vervolgens werd - door opnieuw op de knop 'Omtrek van vorm' te klikken de kleur geselecteerd.

 

Opdrachtknop 'Vormeffecten'

Vormeffecten, die met de gelijknamige knop op bepaalde grafiekelementen kunnen worden toegepast, zijn: schaduw, gloed, weerspiegeling of 3D-draaiing.

Let op: niet al deze effecten kunnen op om het even welk element worden toegepast. Sommige effecten kunnen enkel op kolom-, staaf- en cirkeldiagrammen worden toegepast ; andere dan weer enkel op gegevensmarkeringen, titels, gegevenslabels of een legenda. Met het zogenaamde livevoorbeeld als hulpmiddel kan je snel achterhalen welke effecten wél en welke niet voor het geselecteerde element kunnen gebruikt worden.

Enkele voorbeelden:

Schaduw Gloed Vooraf ingesteld Schuine rand 3D


 

Selecteer de op te maken vorm (grafiekonderdeel)

  1. Klik op de knop 'Vormeffecten'

  2. Kies in het vervolgmenu het gewenste effect

  3. Wijs in het daaropvolgende vervolgmenu de gewenste optie aan

  4. Beoordeel het effect op het element (tijdelijk toegepast via een livevoorbeeld)

  5. Klik op een optie om het effect toe te passen

 

Taakvensters

Wanneer de opmaakmogelijkheden, die de hoger besproken opdrachtknoppen bieden, niet zouden voldoen, dan kan je voor elk grafiekelement nog meer opmaakmogelijkheden vinden in het taakvenster dat voor elk element beschikbaar is.

  1. Selecteer daartoe eerst het op te maken grafiekelement

  2. Klik vervolgens op het starticoon 'Vorm opmaken' rechtsonder in de groep 'Vormstijlen' waardoor een taakvenster wordt geopend, dat reeds eerder in dit zelfstudiepakket uitgebreid werd besproken.

  3. Klik in het taakvenster, dat speciaal voor het geselecteerde onderdeel werd opgesteld, op het gewenste effect

Het spreekt voor zich dat - zoals eerder reeds werd opgemerkt - , omwille van het grote aantal verschillende grafiekelementen (met bijbehorend dialoogvenster) én omwille van het grote aantal verschillende effectopties, al deze opties niet in deze basiscursus MS Excel apart aan bod kunnen komen. Experimenteer!

 

2.4. Groep 'Stijlen voor WordArt'

Galerij 'Stijlen voor WordArt'

De meeste ruimte in de groep 'Stijlen voor WordArt' wordt ingenomen door de galerij 'WordArt'. WordArt is een functionaliteit in MS Office waarmee je snel teksten kan opmaken aan de hand voorgedefinieerde stijlen.

Al deze verschillende stijlen worden verzameld in de galerij 'Stijlen voor WordArt'. Elke stijl past decoratieve effecten toe op een tekst, zoals tekst met schaduw of gespiegelde (gereflecteerde) tekst.

Enkele voorbeelden:

WordArt-stijlen zijn eenvoudig toe te passen vanuit de galerij. Meer informatie aangaande het gebruik van WordArt in MS Office 2016 kan je hier vinden.

 

Opdrachtknop 'Tekstopvulling'

De opdrachtknop 'Tekstopvulling' doet wat de naam suggereert: hij laat je toe een tekst te selecteren (grafiektitel, astitel, ...) en de kleur van dit grafiekonderdeel te wijzigen.

  1. Selecteer de op te maken vorm (grafiekelement)

  2. Klik op de opdrachtknop 'Tekstopvulling'

  3. Wijs in het vervolg een kleur aan om deze te beoordelen via een livevoorbeeld

  4. Of klik op de optie 'Afbeelding', 'Kleurovergang' of 'Bitmappatroon' voor meer opvulopties

  5. Klik uiteindelijk op de geprefereerde kleur of optie

 

Opdrachtknop 'Tekstkader'

Volgens eenzelfde procedure als beschreven in de voorgaande paragraaf kan met behulp van de knop 'Tekstkader' een omkadering rond een grafiekelement worden geplaatst.

Indien het geselecteerde grafiekelement een tekst bevat, dan wordt het kader rond de afzonderlijke letters geplaatst. Zoals in

 

Opdrachtknop 'Teksteffecten'

De teksteffecten die met de gelijknamige knop op sommige grafiekelementen kunnen worden toegepast zijn 'Schaduw', 'Weerspiegeling' en 'Gloed'. Zij kunnen worden toegepast op de eerder beschreven wijze:

  1. Selecteer het grafiekonderdeel

  2. Klik op de opdrachtknop 'Teksteffecten'

  3. Kies één van de effecten

  4. Kies een effectoptie

 

Schaduw
Weerspiegeling
Gloed

 

2.5. Groep 'Schikken'

In de groep 'Schikken' wordt een aantal hulpmiddelen aangeboden waarmee de plaatsing en de uitlijnen van grafiekonderdelen kan worden ingesteld.

2.5.1 Knoppen 'Naar voren' en 'Naar achteren'

Onderstel dat in een grafiek twee 'Vormen' werden ingevoerd vanuit de eerder besproken vormengalerij:

  1. een smiley
  2. een tekstvak met als tekst 'Ingevoerde tekst in een tekstvak'

Beide objecten overlappen elkaar, waardoor de tekst in het tekstvak niet geheel leesbaar is

Wanneer je de tekst zichtbaar wil maken door deze 'Naar voren' te verplaatsen, klik je op de knop 'Naar voren' , nadat je het tekstvak hebt geselecteerd.

Je bereikt uiteraard eenzelfde resultaat door niet het tekstvak, maar de smiley te selecteren en vervolgens op de knop 'Naar achteren' te klikken.

Op deze wijze kan je de 'volgorde' waarin objecten verschijnen zelf bepalen.

2.5.2 Knop 'Uitlijnen'

Onderstel dat je in een grafiek twee tekstvakken hebt ingevoegd en dat je deze netjes wil uitlijnen zodat ze mooi onder elkaar komen te staan.

  1. Selecteer beide tekstvakken gelijktijdig door tijdens het selecteren de 'Shift'-toets ingedrukt te houden
  2. Klik op het tabblad 'Opmaak' in het contextuele tabblad 'Hulpmiddelen voor tekenen'
  3. Klik op de knop 'Uitlijnen' , waardoor een vervolgmenu wordt geopend
  4. Klik in het vervolgmenu op de opties die gepast lijken

Een resultaat, waarbij na het selecteren van de optie 'Links uitlijnen' de teksten in beide tekstvakken inderdaad netjes links werden uitgelijnd:

 

2.5.3 Knop 'Groeperen'

Je kan verschillende objecten (vormen, tekstvakken, afbeeldingen,...), die je bij wijze van voorbeeld aan een grafiek toevoegt, ook groeperen, zodat ze vanaf dan door MS Excel als één object worden beschouwd. Daardoor kan je deze gegroepeerde objecten als één object verplaatsen en opmaken.

  1. Selecteer gelijktijdig de te groeperen objecten (in ons voorbeeld twee tekstvakken) door ze aan te klikken terwijl je de 'Shift'-toets ingedrukt houdt
  2. Klik in het lint op het tabblad 'Opmaak' in het contextuele tabblad 'Hulpmiddelen voor tekenen'
  3. Klik op de knop 'Groeperen' , waardoor een vervolgmenu wordt geopend

  1. Klik in het vervolgmenu op de optie 'Groeperen'

  1. Vanaf nu worden de eerder geselecteerde objecten als één enkel object beschouwd, die je samen kan verplaatsen of opmaken

Noot: Door in het vervolgmenu van de knop 'Groeperen' op de optie 'Groep opheffen' te klikken, worden de eerder gegroepeerde objecten opnieuw als afzonderlijke objecten beschouwd.

2.5.4 Knop 'Grafiekfilter'

Sinds versie 2013 van Microsoft Office verschijnt rechts van een geselecteerde grafiek onder meer een knop 'Grafiekfilter' .

  1. Door deze knop aan te klikken, verschijnt een contextmenu waarin kan worden welke 'Waarden' en/of 'Namen' van welk 'Reeksen' of 'Categorieën' in de grafiek moeten getoond worden.
  2. Vink de daartoe de grafiekonderdelen die niet moeten getoond worden uit.

  1. Klik vervolgens op de knop 'Toepassen' onderaan in het contextmenu

Een resultaat, nadat de weergave van de 'Categorie' met als naam 'Herfst' werd uitgevinkt:

Op deze wijze kan je met behulp van deze grafiekfilters exact bepalen welke gegevens als dan niet in de grafiek moeten worden weergegeven.

2.6. Groep 'Grootte'

De laatste groep in het tabblad 'INDELING' laat je toe de breedte en de hoogte van een grafiek aan te passen. Het volstaat daartoe de waarden in de keuzelijsten aan te passen.

Een alternatieve werkwijze om de grootte van de grafiek te wijzigen bestaat er in :

 

3. Oefening

Ontwerp op basis van de cijfergegevens in het bestand 'Oefeningen.xlsx' op je geheugenstaafje of Homedrive werkblad 'Functies2' een grafiek zoals weergegeven in het bestand 'Oefeningen_Oplossing.xlsx' in werkblad 'Grafiek'.

Hint: De figuur van de ster werd ingevoegd vanuit de galerij met 'Vormen'. Indien je bovenstaande figuur niet kan vinden, dan kan je uiteraard een andere kiezen!

4. Oefening 2

Open werkblad 'Grafiek1' in het bestand 'Oefeningen.xlsx' en volg de instructies. Je kan je uitkomsten controleren in het bestand 'Oefeningen_Oplossing.xlsx' werkblad 'Grafiek1'.

Indien je nog niet over deze bestanden beschikt, dan kan je ze hier downloaden.

 

5. Bronnen

Helpprogramma bij Microsoft Excel 2016: zoek op 'grafiekonderdelen opmaken'.