Inleidend Voorbeeld

1. Toelichting

MS Excel is een zogenaamd 'rekenblad'.  Kort gezegd biedt MS Excel je de mogelijkheid om een aantal teksten en cijfers, geordend in rijen en kolommen, in te voeren. 

Op deze cijfers kunnen allerhande berekeningen worden uitgevoerd met behulp van formules en functies.  Deze laatste zorgen ervoor dat, wanneer één van de cijfers waarvan een formule of functie gebruik maakt, wordt gewijzigd, de uitkomst van de formule automatisch wordt herberekend en aangepast.

In het onderstaande inleidend voorbeeld komt een aantal van deze mogelijkheden aan bod.  Verder in dit elektronische zelfstudiepakket gaan we op elke mogelijkheid dieper in en worden MS Excel-functies, die op deze webpagina niet aan bod komen nader toegelicht.

2. Situatieschets

3. Ms Excel opstarten

  1. Start de computer op
  1. Klik op de Startknop onder aan je beeldscherm

  1. Klik op "Alle Programma's": onder aan het Startmenu
  1. Klik in het Startmenu op de menuoptie 'Excel 2016'
  2. Of eerst op de optie 'Microsoft Office' en vervolgens op de optie 'Excel 2016'
  3. MS Excel opent met onderstaand beeldscherm waarin je een sjabloon kan kiezen, dat als basis voor je nieuwe Excel-project zal worden gebruikt.

  1. Klik in dit beeldscherm op het sjabloon 'Lege werkmap'.

4. Gegevens invoeren

Na het opstarten en het kiezen voor het sjabloon 'Lege werkmap' toont Excel een leeg werkblad dat is opgebouwd uit kolommen en rijen.  Elk snijpunt van een kolom en een rij wordt een cel genoemd.  In een cel kunnen teksten, cijfers, datums, ... ingetikt worden.

Elke cel in een werkblad heeft zoals eerder gezegd een unieke naam, die wordt bepaald door het nummer van de rijkop en de letter(s) van de kolom, die samen de cel vormen.  Zo wordt de cel uiterst links en uiterst bovenaan in een werkblad (op het snijpunt van kolom 'A' en rij '1') cel 'A1' genoemd. 

De naam (of het celadres) van de cel rechts van cel 'A1' wordt 'B1' genoemd, terwijl de cel net onder de cel 'B1' cel met celadres 'B2' is.

4.1. Toelichtende teksten invoeren

Het is een goede gewoonte om  de cijfergegevens in een werkblad te documenteren met toelichtingen, zodat jijzelf of anderen later makkelijk kunnen achterhalen wat de weergegeven cijfers precies betekenen.

We beginnen deze oefening bijgevolg met het invoeren allerhande toelichtende teksten.

  1. Klik op cel 'A1' om deze te selecteren

  2. Tik in cel 'A1' de tekst "Opleiding 'Leiding geven'"

  3. Druk op de 'Enter'-toets om de gegevensinvoer in cel 'A1' af te sluiten en cel 'A2' te selecteren.

  4. Druk nogmaals op de 'Enter'-toets om cel 'A3' te selecteren.

  5. Tik in cel 'A3' de tekst "Begroting".

  6. Druk op de toets 'Pijl naar rechts' op je toetsenbord om cel 'B3' te selecteren en tik 'Aantal'.

  7. Druk nogmaals op de toets 'Pijl naar rechts' en tik in cel 'C3' de tekst 'Bedrag'.

  8. Druk voor een laatste maal op de toets 'Pijl naar rechts' en tik in cel 'D3' 'Totaal'

  1. Klik uiterst links op het cijfer 3 (de rijkopnaam) van rij 3, om de gehele rij te selecteren: alle cellen van deze rij worden daardoor lichtgrijs ingekleurd.

  2. Klik op het tabblad 'Start', wanneer dit nog niet geselecteerd is.
  3. Klik vervolgens op de opdrachtknop 'Vet' in de groep 'Lettertype' om de teksten in de cel A3, B3, C3 en D3 vetjes weer te geven.

4.2. Begrotingsposten invoeren

We onderstellen dat voor de organisatie van de tweedaagse opleiding volgende uitgaven moeten worden voorzien en tikken deze in de eerste kolom (kolom 'A') van het werkblad (druk na het intikken van een begrotingspost op de toets 'Pijl naar beneden' om een volgende begrotingspost in te tikken):

Omdat blijkt dat de tekst van een aantal begrotingsposten breder is dan de standaard voorziene breedte van elke kolom in het werkblad, maken we kolom 'A' wat breder:

  1. Plaats de muiswijzer op de scheidingslijn tussen kolom 'A' en 'B' zodat deze verandert in een dubbele pijl

  2. Druk de linkermuisknop in

  3. Sleep de scheidingslijn tussen beide kolommen naar rechts totdat alle teksten in kolom 'A' precies de kolombreedte vullen

  4. Laat pas dan de linkermuisknop los

Bemerk dat tijdens het slepen de kolombreedte voortdurend wordt aangegeven in een infolabel en dat de 'nieuwe' kolombreedte wordt aangegeven met een naar rechts opschuivende verticale lijn.

4.3. Aantallen en bedragen invoeren

Vervolgens vullen we in kolom 'B' per begrotingspost de overeenkomstige aantallen in:

  1. Het vervoer naar het hotel waar de opleiding plaatsgrijpt, wordt geregeld met een gehuurde autobus voor € 275 per dag: de eerste dag worden de 25 cursisten weggebracht, de tweede dag weer opgehaald.

  2. Voor de overnachting voorzien we voor elke cursist een eigen hotelkamer aan € 105 per nacht.

  3. Voor maaltijden in het hotel moet € 50 per cursist worden voorzien voor de twee verblijfsdagen samen.

  4. De vraagprijs van de twee externe lesgevers voor twee lesdagen is € 325 per lesgever.

  5. De kostprijs van een leslokaal in het hotel beloopt € 150 per dag.

  6. Elke cursist krijgt lesmateriaal waarvan de kostprijs op € 110 per cursist wordt geschat.

Wanneer we deze cijfers intikken toont het werkblad zich als volgt.

4.4. Je werkmap opslaan

Om te voorkomen dat je tikwerk verloren gaat, is het nu hoog tijd om je werkmap op te slaan.

Klik in de werkbalk 'Snelle toegang' op de knop 'Opslaan' om je werkmap te bewaren op de harde schijf van je computer (klik hier voor meer info) of op je Homedrive indien je aan het werk bent op een computer van de UCLL.

5. Rekenen

Voor het berekenen van de totalen  in het rekenblad hoeven we uiteraard niet een rekenmachine bij de hand te nemen.  MS Excel beschikt namelijk over krachtige formules en functies om zelf het nodige rekenwerk te doen.

5.1. Totaal per begrotingspost invoeren

  1. Klik op cel 'D5' om het totaal aan vervoerskosten te berekenen

  2. Tik een gelijkheidsteken '=', omdat elke formule in MS Excel met een gelijkheidsteken moet aanvangen

  3. Tik net daarachter het 'celadres' van de cel die het aantal bevat: 'B5'

  1. Dit aantal (een aantal dagen in dit geval) moet worden vermenigvuldigd met de kostprijs: tik daarom het vermenigvuldigingsteken '*' (asterisk) net achter 'B5'

  2. De kostprijs vinden we in cel 'C5' en daarom tikken we dit laatste deel van de formule net achter de asterisk.

  1. Druk op de 'Enter'-toets om het invoeren van de formule '=B5*C5' te beëindigen

  2. MS Excel berekent meteen de uitkomst: 550.

5.2. Formules doorvoeren

We zouden op dezelfde manier als voor het vervoer de andere totalen kunnen berekenen, door telkens op gelijkaardige wijze een aangepaste formule in te tikken.  Bijvoorbeeld: '=B6*C6' levert de totaalkost voor de overnachtingen op.

MS Excel biedt echter een functie die het mogelijk maakt de eerst ingevoerde formule '=B5*C5' te kopiëren (door te voeren) naar de onderliggende cellen, wat ons heel wat tikwerk kan besparen.

  1. Klik op cel 'D5' waarin thans het totaalbedrag 550 wordt weergegeven. 

  2. Bemerk dat in de zogenaamde 'formulebalk' de formule wordt getoond, die ervoor zorgt dat deze cel de uitkomst '550' weergeeft.

  1. Bemerk ook dat de cel 'D5' rechts onderaan een zogenaamde 'vulgreep' vertoont.

  1. Plaats de muiswijzer precies op deze vulgreep waardoor de muiswijzer verandert in een plusteken.

  1. Druk de linkermuisknop in, wanneer de muiswijzer zich precies op de vulgreep bevindt, en hou deze ingedrukt

  2. Sleep met ingedrukte linkermuisknop naar beneden totdat alle cellen vanaf 'D5' tot en met 'D10' zijn gemarkeerd door een grijze omkadering

  1. Laat pas dan de linkermuisknop los: bemerk dat voor elke begrotingspost het totaalbedrag meteen wordt ingevuld.

5.3. De functie 'Autosom' gebruiken

Wat ons uiteraard ook interesseert, is het totaalbedrag dat deze tweededaagse opleiding aan ons bedrijf zal kosten.

We zouden daartoe in cel 'D11' een formule kunnen invoeren die de totalen in de cellen 'D5' tot 'D10' optelt.  Bijvoorbeeld: '=D5+D6+D7+D8+D9+D10'.

MS Excel beschikt echter niet enkel over de mogelijkheid om formules in te voeren, maar ook om 'functies' te gebruiken.  En dat willen we in dit inleidend voorbeeld even uittesten.

  1. Klik eerst in de cel 'D11', want dit is de plaats waar het totaalbedrag moet verschijnen

  2. Klik vervolgens in het lint van MS Excel op het tabblad 'Start' (indien dit nog niet geactiveerd is) en vervolgens op de knop 'Autosom'

  1. MS Excel stelt daardoor voor om automatisch de optelsom te maken van de cellen 'D5' tot 'D10'.  Dit wordt in de formule in cel D11 aangegeven als '=SOM(D5:D10)'

  1. Vermits het optellen van de (automatisch) voorgestelde cellen precies onze bedoeling is, drukken je thans op de 'Enter'-toets .

  2. MS Excel vult daardoor in cel 'D11' het totaal van het zogenaamde 'celbereik' 'D5:D10' in.  

  1. Bemerk dat in de formulebalk de overeenkomstige formule verschijnt '=Som(D5:D10)' wanneer je cel 'D11' aanklikt.

  2. Tik als toelichting bij dit totaal de tekst 'Totaal' in cel 'A11' en maak rij 11 'Vet' zoals hoger beschreven.

5.4. Gemiddelde kostprijs berekenen

Zoals in de situatieschets werd gezegd, heeft de bedrijfsleiding jaarlijks een maximumbedrag van € 400 voorzien per werknemer voor externe opleidingen. Om de gemiddelde kostprijs per deelnemer te berekenen kunnen we weer gebruik maken van een formule:

  1. Klik in cel 'D13'

  2. Tik als formule in: '=D11/B6' waarbij cel 'D11' verwijst naar de totaalkost en cel 'B6' naar het aantal deelnemende cursisten.

  1. Druk op de 'Enter'-toets om de formule de berekenen: de berekende gemiddelde kostprijs per cursist bedraagt € 325, wat lager uitvalt dan het door het bedrijf voorziene budget van € 400 en dat is uiteraard de bedoeling.

  2. Tik in cel 'A13' bij wijze van toelichting 'Gemiddelde per cursist' en maak deze rij vetjes.

6. Herberekenen

Onderstel dat kort vóór de aanvang van de opleiding twee deelnemers afhaken... wat betekent dat alle uitgaven die afhankelijk zijn van het aantal deelnemers moeten worden herberekend...  Maar dat is voor MS Excel alweer geen probleem.

  1. Klik één keer op cel 'B6' 

  2. Wijzig bovenaan op het beeldscherm in de formulebalk het aantal 25 in 23.

  1. Druk op de 'Enter'-toets om de wijziging uit te voeren

    1. Bemerk dat daardoor het totaalbedrag voor de begrotingspost 'Overnachting' meteen daalt van € 2625 naar € 2415.  Een groot voordeel van het werken met formules in MS Excel is dus ook dat de uitkomsten van formules automatisch worden aangepast indien de inhoud van één van de cellen in de formule wordt gewijzigd.

  1. Klik twee maal kort na elkaar op cel 'B7' (dubbelklikken) om deze cel te activeren.

  2. Je kan thans het aantal deelnemers 25 wijzigen in 23 in de cel zélf: afhankelijk van het aantal muiskliks op een cel, kan je dus een celinhoud ofwel wijzigen in de formulebalk (enkele klik), ofwel in de cel zelf (dubbelklik).

  1. Druk op de 'Enter'-toets op je toetsenbord om de wijziging uit te voeren: let even op de automatische aanpassing van de inhoud van cel 'D7', maar ook van de cel 'D11' én van cel 'D13'.

  2. Wijzig ten slotte het aantal 25 in cel 'B10' in 23.

  3. Bemerk dat automatisch het eindtotaal (cel D11) en de gemiddelde kostprijs (cel D13) werden aangepast, evenals de formule die het gemiddelde berekent.

Hiermee is de werkelijke kracht van MS Excel en het werken met formules en functies kort aangetoond.

7. Grafisch voorstellen

Vermits een grafiek zich vaak makkelijker laat lezen dan een tabel met cijfers, voegen we aan het werkblad nog een grafiekje toe.

Stel dat we een staafdiagram willen maken waarin de bedragen van elke begrotingspost grafisch worden uitgezet.

Daartoe hebben we slechts twee van de vier getoonde kolommen op het werkblad nodig: kolom 'A' met de namen van de begrotingsposten en kolom 'D' met de totalen.

7.1. Kolommen selecteren

Om de kolommen 'A' en 'D' gelijktijdig te selecteren kan je als volgt te werk gaan.

  1. Klik op cel 'A5' waarin de naam van de eerste begrotingspost wordt weergegeven: 'Vervoer'.

  2. Sleep met ingedrukte linkermuisknop van cel 'A5' naar cel 'A10' waardoor alle namen van begrotingsposten worden geselecteerd. Of je de juiste cellen hebt geselecteerd kan je merken aan het zwarte kader rondom de cellen én aan de verkleuring van de celachtergronden.

  1. Wanneer je nu op een andere plaats in het werkblad zou klikken, dan wordt de selectie van de cellen A5 tot A10 meteen ongedaan gemaakt. Toch zouden nu ook nog de cellen D5 tot D10 tezelfdertijd moeten worden geselecteerd. Dat gaat als volgt:

  2. Zorg ervoor dat de cellen A5 tot A10 reeds geselecteerd zijn, zoals in bovenstaande figuur wordt aangegeven.

  3. Druk dan de toets op je toetsenbord in waarop de letters 'Ctrl' staat vermeld (helemaal onderaan uiterst links of rechts op je toetsenbord). Dit is de 'Control'-toets.

  4. Hou deze toets ingedrukt en klik op de cel 'D5' (waarin de totaalkost voor het vervoer wordt weergegeven: € 550)

  5. Hou de Control-toets nog steeds stevig ingedrukt en sleep met ingedrukte linkermuisknop vanaf cel 'D5' naar cel 'D10'

  1. Bemerk aan de verkleurde achtergrond van de cellen dat zowel de cellen A5 tot A10, als D5 tot D10 zijn geselecteerd. Daarmee is de voorbereiding op het vlot aanmaken van een willekeurige grafiek achter de rug.

7.2. Het grafiektype kiezen

Nadat je de gewenste gegevens in het werkblad hebt geselecteerd, kan je het gewenste grafiektype selecteren.

  1. Klik in het lint op het tabblad 'Invoegen'

  2. Klik vervolgens in de groep 'Grafieken' op de knop 'Kolomdiagram'

  1. Daardoor wordt een snelmenu geopend waarin de verschillende types van kolomdiagrammen worden weergegeven. Selecteer bij wijze van voorbeeld onder het kopje '3D-kolom' het subtype '3D gegroepeerde kolom' door het icoon van dit subtype aan te klikken.
  2. Plaats de muiswijzer even boven op een subtype om een infolabel aan te roepen waarin de naam en een korte omschrijving van het subtype verschijnt.
  3. Bemerk tevens dat bij het aanwijzen van een subtype, de geselecteerde gegevens volgens het gekozen grafiektype worden weergegeven (nog voor je een subtype hebt aangeklikt).

  1. Het klikken op een subtype heeft tot gevolg dat de grafiek meteen op het werkblad wordt neergezet. De hoogte van de kolommen wordt bepaald door de cijfers in de cellen D5 tot D10 en de namen onder elke cilinder in de grafiek worden geïmporteerd vanuit de cellen A5 tot A10.

  1. Bemerk ook dat in het lint vanaf nu twee contextuele tabbladen verschijnen onder het kopje 'Hulpmiddelen voor grafieken': de tabbladen 'Ontwerpen' en 'Indeling'. Elk contextueel tabblad bevat opdrachten waarmee het uiterlijk van de grafiek verder kan worden bewerkt.

7.3. De grafiek opmaken

Om de grafiek van een gepaste titels te voorzien kan je volgende procedure doorlopen (maar er zijn er uiteraard nog andere mogelijk).

  1. Klik eerst op het tabblad 'Ontwerpen', indien dit nog niet het actieve tabblad is
  2. Klik vervolgens in de groep 'Grafiekindelingen' op de knop 'Snelle indeling' .

  1. Je kan dan uit verschillende grafiekindelingen een keuze maken in een galerij. De keuze voor 'Indeling 8' (zonder legende, maar met een (kop-)titel en beide as-titels) lijkt voor dit voorbeeld gepast.

  1. Het resultaat van je keuze wordt meteen weergegeven.

  1. Klik met de rechter muisknop op het woord 'Grafiektitel' om een snelmenu te openen waarin je vervolgens de optie 'Tekst bewerken' aanklikt.

  2. Daardoor kan je de tekst 'Grafiektitel' op de gebruikelijke wijze selecteren en overtypen, of geheel wissen door op de 'Delete'-toets op je toetsenbord te drukken. Wijzig de koptitel in bijvoorbeeld 'Kostprijs per begrotingspost' en klik op een willekeurige plaats buiten het tekstveld om het tikken te beëindigen.

  1. Op dezelfde wijze kan je de as-titels wijzigen in bijvoorbeeld 'Euro' en 'Begrotingspost'.

  1. De grafiek zou aan informatieve waarde winnen wanneer voor elke begrotingspost het precieze bedrag wordt weergegeven. Dat bedrag verschijnt nu echter enkel wanneer je de muiswijzer bovenop één van de kolommen positioneert, nadat je eerst de grafiek hebt geselecteerd (zie volgende paragraaf).

  1. Om er zeker van te zijn dat je in één beweging boven alle kolommen het aantal Euro's weergeeft, klik je eerst op een willekeurige plaats in één van de hoeken van het grafiekvenster, waarbij je ervoor zorgt niet op één van objecten (een titel, een kolom, ...) van de grafiek te klikken.

  2. Klik vervolgens met rechtermuisknop op één van de kolommen om weer een snelmenu te openen en kies in het snelmenu voor de optie 'Gegevenslabels toevoegen'.

  1. Wanneer je daarna weer in een hoek van het grafiekvenster klikt, wordt het resultaat weergegeven.

  1. Om in dit inleidend voorbeeld aan te tonen dat je elk object van de grafiek kan opmaken, geven we enkele voorbeelden die de lay-out van de grafiek verder aanpassen.

  2. Klik met de linkermuisknop op een gegevenslabel (in ons voorbeeld een begrotingsbedrag) boven een kolom en klik in het tabblad 'Start' van het lint op de knop 'Vet maken' .

    Bemerk dat daardoor alle gegevenslabels vetjes worden weergegeven.

  1. Of nog: klik met de rechtermuisknop op de titel of een astitel en klik in het opmaakvenster op de knop 'Stijl' om een galerij te openen waarin je een gewenste opmaakstijl kan selecteren.

  1. De achtergrondkleur van de gegevenslabels kan je wijzigen door bijvoorbeeld:

    1. Met de rechtermuisknop op een gegevenslabel te klikken
    2. In het opmaakvenster op de knop 'Opvulling' te klikken
    3. In de daardoor geopende galerij een achtergrondkleur aan te klikken

  1. Nieuw sinds MS Excel 2013 zijn de opmaakknoppen, rechts naast de grafiek, waarmee je bijvoorbeeld het uitzicht van de grafiek dramatisch kan wijzigen door er een andere grafiekstijl op toe te passen:

    1. Klik op één van de randen rondom de grafiek om de gehele grafiek te selecteren
    2. Klik op de knop 'Grafiekstijlen' rechts naast de grafiek
    3. Zorg ervoor dat in de daardoor geopende galerij het tabblad 'STIJL' is geselecteerd
    4. Plaats de muiswijzer op één van de grafiekstijlen om (zonder te klikken) het effect van de grafiekstijl op je eigen grafiek te beoordelen met behulp van een livevoorbeeld
    5. Gebruik de schuifbalk om niet zichtbare grafiekstijlen in beeld te brengen
    6. Klik uiteindelijk op de stijl van je keuze in de galerij om deze toe te passen op je grafiek

    1. Door het tabblad 'KLEUR' aan te klikken kan je een ander kleurschema op je grafiek toepassen waarvan je effect vooraf kan beoordelen met behulp van livevoorbeelden

7.4. De grafiek verplaatsen

  1. Om de grafiek netjes onder de cijfergegevens weer te geven (zodat cijfergegevens en grafiek op één werkblad passen), plaats je de muiswijzer op één van de randen van het grafiekvenster zodat de muiswijzer wijzigt in een kruis .

  2. Druk vervolgens de linkermuisknop in en blijf deze ingedrukt houden terwijl je de muiswijzer naar links, rechts, boven of onder versleept. Laat de muisknop pas los wanneer de grafiek de gewenste positie bereikt.

  1. Om de grootte van de grafiek aan te passen plaats je muiswijzer in één van de hoeken of in het midden van de kaderlijnen op een 'vulgreep': een door een cirkeltje aangegeven 'handvat' . Daardoor verandert de muiswijzer in een dubbele pijl.

  1. Druk vervolgens de linkermuisknop in en hou deze ingedrukt terwijl je de muiswijzer versleept totdat de gewenste grootte is bereikt.

8. Lay-out verzorgen

Net zoals in een tekstverwerker kunnen cijfers en getallen in MS Excel op tal van manieren worden opgemaakt: lettertype, letterstijl, letterkleur, .... Bij wijze van inleiding leggen we één voorbeeld uit waarbij we de kleur van de titel van het werkblad wijzigen.

  1. Selecteer de werkbladtitel 'Opleiding 'Leiding Geven'' door in cel 'A1' te klikken.

  2. Klik op het tabblad 'Start' wanneer dit nog niet geactiveerd is.

  3. Klik op het starticoon rechts onderaan in de groep 'Lettertype', waardoor het dialoogvenster 'Celeigenschappen' wordt geopend.

  4. Klik in het dialoogvenster op de vervolgknop rechts van de keuzelijst 'Kleur'.

  5. Wijzig de tekstkleur in 'Rood' door in het vervolgmenu op de gepaste kleurknop en vervolgens op de knop 'OK' te klikken.

9. Afdrukken

Nu het werkblad geheel klaar is, zal je het waarschijnlijk willen afdrukken.  Het lijkt een goede gewoonte om het af te drukken werkblad eerst te bekijken in een 'afdrukvoorbeeld', zodat je kan controleren of de nodige informatie precies op één of meerdere afgedrukte pagina's zal worden afgedrukt.

  1. Klik op het tabblad 'Bestand'

  2. Klik op de optie 'Afdrukken' waardoor de afdrukopties in beeld komen

  3. Rechts wordt een 'Afdrukvoorbeeld' van het werkblad getoond

  1. Indien het afdrukken van het werkblad meerdere pagina's beslaat, dan kan je de verschillende pagina's van het afdrukvoorbeeld doorbladeren met de pagineringsknoppen onder in het venster.
  1. Vermits in ons voorbeeld het gehele werkblad precies op één pagina past, kan je het meteen afdrukken. In het andere geval zal je wellicht de grootte van de grafiek moeten aanpassen.

  2. Selecteer de gewenste printer door op de vervolgknop achter de thans geselecteerde printer te klikken

  3. Klik op de printer van je keuze

  4. Klik op de knop 'Afdrukken' links bovenaan in het venster om het afdrukken te starten.

Hiermede wordt dit inleidend voorbeeld afgesloten. Sla de werkmap andermaal op op je geheugenstaafje of Homedrive. Je hebt inmiddels alvast een goed idee van de basismogelijkheden van MS Excel 2016.