Zoeken in MS Excel 2016-cursus:
Laatst gewijzigd: 8/07/2016

Functies en argumenten

1. Leerdoel

Studenten moeten de mogelijkheden inzake het gebruik van functies en argumenten kennen en kunnen toepassen.

2. Toelichting

2.1. Omschrijving

In de voorgaande bladzijden werd het gebruik van formules uitgelegd.  Naarmate formules ingewikkelder worden, is het manueel invoeren of opbouwen van formules als maar minder vanzelfsprekend, aangezien de kans op foutieve invoer alsmaar toeneemt.  

MS Excel kent daarom een groot aantal functies die als voorgedefinieerde formules kunnen beschouwd worden.  Het gebruik van formules of functies leidt dus tot eenzelfde resultaat, maar het gebruik van functies is eenvoudiger omdat het manueel invoeren van complexe formules niet langer hoeft.

MS Excel 2016 kent functies op tal van terreinen: wiskundige functies, financiële functies, statistische functies, datum- en tijdfuncties, tekstfuncties, enzovoort.  Voor een volledig overzicht van alle ingebouwde functies verwijzen we naar het helpprogramma bij MS Excel, want het zou ons in deze 'Basiscursus Excel' te ver voeren om al deze functies te bespreken.

2.2. Argumenten

Elke functie in MS Excel omvat steeds drie delen:

  1. het gelijkheidsteken: '='

  2. de naam van de functie (bijvoorbeeld: Som, Gemiddelde, Aantal, enzovoort)

  3. de argumenten van de functie: de verwijzingen naar de cellen, het celbereik, of de waarden die in de functie worden gebruikt.  Bijvoorbeeld 'A1:B3'  Ook bereiknamen en functienamen (een functie binnen een functie, bijvoorbeeld: =AFRONDEN(GEMIDDELDE(A1:B2);2) ) kunnen als argumenten in een functie gebruikt worden.  

De functie =SOM(A1:B3) is bijgevolg een functie die de getallen in het celbereik A1 tot B3 bij elkaar optelt.

Sommige functies - zoals bijvoorbeeld PI(), VANDAAG() en NU() - hebben geen argumenten nodig, waardoor tussen de ronde haakjes - die de argumenten omspannen - niets moet worden ingevoerd en meteen de waarde van PI, de datum van vandaag of de datum van vandaag met uur- en minutenaanduiding wordt weergegeven.

2.3. Algemene werkwijze bij functie-invoer

Wanneer je een functie begint in te voeren door een gelijkheidsteken in te tikken, wordt - net zoals bij de invoer van formules - je tikwerk getoond in het invoerveld van de formulebalk.

Om de invoer van een functie te eindigen, kan de 'Enter'-toets worden ingedrukt of op de knop 'Invoer' worden geklikt.

De invoer van een functie kan worden geannuleerd door op de knop 'Annuleren' in de formulebalk te klikken

3. Bronnen

Helpprogramma bij Microsoft Excel 2016: zoek op 'functie'.