Met de aanduiding 'geavanceerde animaties' wordt in PowerPoint onder meer gedoeld op de mogelijkheid om meerdere animaties aan hetzelfde object (tekst, illustratie, afbeelding,...) toe te kennen en verschillende tijdsinstellingen en afspeelopties voor deze opeenvolgende animaties in te stellen.
Om onderstaande toelichting goed te begrijpen, kan je best weer het bestand
'Bedrijfsvergadering' openen.
Open de dia 'Samenvatting' (de laatste dia in de presentatie)
Klik in het lint op het tabblad 'Animaties'
Klik in de groep 'Geavanceerde navigatie' op de knop 'Deelvenster Animatie'
Daardoor wordt het taakvenster 'Animatiedeelvenster' geopend
De titel, de opsomming en illustratie op de dia, waaraan we eerder een animatie hebben toegevoegd, worden voorafgegaan door een nummer. Dit nummer geeft de volgorde aan waarin de animaties elkaar opvolgen.
Wanneer op meerdere 'elementen' (teksten of objecten) in een dia een animatie werd toegepast, dan kan je volgorde van de animaties bepalen met behulp van de knoppen 'Volgorde wijzigen' .
Je kan de opeenvolgende animaties bekijken door op de knop 'Afspelen' te klikken.
Je beschikt over de mogelijkheid om een 'element' (tekst of object) in de dia te selecteren, en vervolgens via de knop 'Animatie toevoegen' in het lint een tweede, derde,... animatie aan het element toe te kennen.
Het is je inmiddels duidelijk geworden dat objecten in de dia, waaraan je een animatie wil toekennen, eerst moeten geselecteerd worden. Klik bijvoorbeeld eerst op de eerder ingevoegde illustratie.
Klik vervolgens op de knop 'Animatie toevoegen' in de groep 'Geavanceerde animatie' van het lint.
Kies in de daardoor geopende galerij met animaties voor een optie die je gepast lijkt. Vermits aan de illustratie eerder de animatie 'Splitsen' werd toegekend op het moment dat de illustratie verschijnt op de dia, kan je nu bijvoorbeeld kiezen voor een animatie uit de reeks 'Nadruk': 'Draaien'.
Daardoor draait de illustratie om haar as, nadat ze met een 'Splitsen'-animatie verschijnt op de dia. Deze volgorde wordt nu ook aangegeven in de dia door de cijfers 5 (het verschijnen van de illustratie) en 6 (het ronddraaien van de illustratie).
Op deze wijze kan je aan eenzelfde dia-object, meerdere opeenvolgende animaties toekennen:
Klik op de illustratie in de dia
Klik op de knop 'Animatie toevoegen'
Selecteer bij wijze van voorbeeld de animatie 'Vormen' uit de reeks 'Animatiepaden'
Bemerk dat deze laatst toegevoegde animaties het volgnummer 7 verkrijgt: het hoogste nummer, omdat het de laatst toegevoegde animatie betreft
Bemerk ook dat in dit geval het animatiepad met een stippellijn wordt weergegeven.
Wanneer in één dia aan meerdere teksten en objecten animaties werden toegewezen, dan kan je de volgorde waarin deze objecten in de dia verschijnen én de volgorde waarin de animaties worden afgespeeld volledig zelf bepalen:
Klik in het lint op het tabblad 'Animaties'
Klik vervolgens op de knop 'Deelvenster animatie'
In het middengedeelte van het daardoor geopende 'Animatiedeelvenster' kan de wijze waarop de objecten (titels, tekstblokken, figuren,...) elkaar opvolgen, maar ook de volgorde waarin de animaties
afspelen, worden bepaald.
Zoals eerder uitgelegd kan je voor het verschijnen van een tekstblok met opsommingstekens (maar dat geldt ook voor een genummerde lijst) via de knop 'Effectopties' opgeven dat de verschillende alinea's van het tekstblok één na één moeten verschijnen. Je moet dan tijdens de presentatie telkens met linkermuisknop klikken om de volgende paragraaf in beeld te brengen.
In dat geval verschijnt in het animatiedeelvenster onder dit tekst-object een dubbele neerwaarts gerichte pijl , waarmee je de standaard verborgen alinea's toch in beeld kan brengen.
Door de knop aan te klikken worden alle paragrafen van de lijst getoond. Daarna kan je de lijst terug samenvouwen door op de knop te klikken.
Het lijkt voor de hand te liggen dat - althans in ons voorbeeld op de dia 'Samenvatting' - eerst de titel op de dia wordt
gezet tijdens het vertonen van de presentatie, vervolgens bijvoorbeeld de lijst met opsommingstekens en ten slotte de figuur, maar dat kan je desgewenst veranderen.
De namen van de objecten op de dia worden in sommige gevallen wat cryptisch weergegeven als 'Rectangle' en 'Picture' (telkens gevolgd door een volgnummer dat aangeeft in welke volgorde de objecten in de dia werden ingevoegd), maar door de muiswijzer op één van deze objecten te positioneren, wordt de begintekst van de tekstvakken getoond in een tooltip.
Wanneer je de volgorde, waarin de objecten verschijnen, wil wijzigen:
dan plaats je muiswijzer op een te verplaatsen object, waardoor de muiswijzer verandert in een dubbele pijl
en sleep je vervolgens het object met ingedrukte linkermuisknop naar een nieuwe bestemming.
De nieuwe bestemming wordt daarbij aangegeven met een dunne rode lijn.
Je kan de nieuwe volgorde controleren door op de knop 'Afspelen' te klikken .
In bovenstaande figuur wordt bijvoorbeeld uitgebeeld hoe je de titel ('Rectangle 1') kan laten verschijnen alvorens de eerste alinea ('Vat belangrijk...') is verschenen, door de titel van plaats 4 in de lijst naaar plaats 1 te slepen.
Een alternatieve werkwijze bestaat er in om het te verplaatsen object eerst te selecteren door het aan te klikken en vervolgens met behulp van de pijlen te verplaatsen, zoals onder het volgende kopje wordt uitgelegd.
Een derde werkwijze voor het wijzigen van de volgorde waarin objecten in een dia verschijnen, bestaat er in om:
eerst een object in het 'Animatiedeelvenster' te selecteren
vervolgens in het lint het tabblad 'Animaties' te openen
en ten slotte in de groep 'Tijdsinstellingen' op de knop 'Eerder verplaatsen' of 'Later verplaatsen' te klikken
Het aanpassen van de volgorde van de ingevoegde animaties kan als volgt:
Selecteer eerst een object in de lijst in het midden van het deelvenster
en verplaats het vervolgens met
behulp van de
pijlen te verplaatsen, totdat de
gewenste volgorde getoond wordt.
In onderstaande afbeelding wordt bijvoorbeeld getoond hoe je de eerder ingevoegde animatie 'Cirkel' (weergegeven met het icoon ) als tweede animatie op het object 'Afbeelding 5' kan laten uitvoeren, door deze animatie met behulp van de knop naar boven te verplaatsen.
Het object 'Afbeelding 5' zal daardoor:
eerst met behulp van de animatie 'Splitsen' in de dia verschijnen ,
vervolgens een cirkelvormig 'Animatiepad' beschrijven ,
en tenslotte 'Draaien'
Evenals voor het wijzigen van de volgorde van objecten, geldt voor het wijzigen van de animatievolgorde, dat je - als alternatieve werkwijze - de animaties van een object probleemloos van plaats kan verslepen met ingedrukte linkermuisknop. De bestemming wordt daarbij weer aangegeven door een dunne rode lijn.
Net zoals voor het wijzigen van objectvolgorde kan je voor het wijzigen van de animatievolgorde gebruik maken van de knoppen 'Eerder verplaatsen' en 'Later verplaatsen' in het lint, zoals in de vorige paragraaf uitgelegd.
Standaard wordt het verschijnen van een object in de dia of het uitvoeren van een animatie gestart door tijdens de vertoning van de presentatie op de linkermuisknop te klikken.
PowerPoint laat je echter ook toe om dit te wijzigen.
Door op een object in het 'Animatiedeelvenster' te klikken, wordt het geselecteerd en verschijnt meteen een vervolgknop.
Je kan deze vervolgknop aanklikken om een menu te openen met onder meer enkel menu-opties die het verschijnen van een object bepalen:
Bij klik starten: dit is de standaard-instelling die ervoor zorgt dat een muisklik ertoe leidt dat het object in de dia tevoorschijn komt (al dan niet volgens een toegevoegde animatie)
Met vorige starten: wanneer je deze optie aanklikt, dan zal het betreffende object samen met het verschijnen van het vorige object in de dia te voorschijn komen. In dit geval worden tijdens de vertoning van de presentatie het aangevinkte object én het object, dat daaraan voorafgaat in de lijst van het 'Animatiedeelvenster', terzelfdertijd in de dia weergegeven, zonder op een muisknop te klikken.
Na vorige starten: met deze optie kan je ervoor zorgen dat het geselecteerde object onmiddellijk na het verschijnen van het voorgaande object in de dia zichtbaar wordt, zonder bijkomende muisklik.
Een alternatieve werkwijze voor het bepalen van de startwijze van een object, gaat als volgt:
selecteer het betreffende object in het 'Animatiedeelvenster'
klik in de groep 'Tijdsinstellingen' van het tabblad 'Animaties' op de vervolgknop van de keuzelijst 'Start'
daardoor wordt een keuzelijst geopend waarin de drie hoger besproken opties eveneens beschikbaar worden gesteld
Eerder werd reeds toegelicht dat na het toevoegen van een animatie je over de mogelijkheid beschikt om effectopties in te stellen met behulp van de knop 'Effectopties' .
Wanneer je geavanceerde animaties gebruikt, kan je daarenboven van 'geavanceerde' effectopties gebruikmaken.
Je kan deze instellen door:
eerst het betreffende object of de animatie te selecteren door deze aan te klikken in de lijst van het 'Animatiedeelvenster'
vervolgens de daardoor getoonde vervolgknop aan te klikken
en ten slotte in het menu de optie 'Effectopties...' aan te klikken
Daardoor wordt een dialoogvenster getoond dat, afhankelijk van het geselecteerde object en animatie:
een aangepaste naam draagt
meer of minder tabbladen met opties bevat
meer of minder 'Instellingen' en/of 'Uitbreidingen' bevat.
Het spreekt voor zich dat - om wille van het groot aantal verschillende objecten en animaties - het uitgesloten is dat alle aangeboden tabbladen, uitbreidingen en instellingen in dit zelfstudiepakket worden besproken.
Op het tabblad 'Effect' kan je allerhande instellingen en uitbreidingen vinden die aan de eerder besproken effectopties kunnen worden toegevoegd (zie bovenstaande figuur waarin voor enkele verschillende animaties de instellingen en uitbreidingen op het tabblad 'Effect' worden weergegeven).
Veelal kan je weer de richting van het animatieverloop bepalen zoals je dat eveneens via de knop 'Effectopties' kan instellen
Je kan de animatie daarenboven uitbreiden met volgende effect-opties:
Voeg een geluidseffect toe door in het rolmenu 'Geluid' met als standaardaanduiding
'[Geen geluid]' een optie te kiezen. Je kan het geluid vooarf beoordelen door op de knop
In de keuzelijst 'Na animatie' kan je opgeven hoe de animatie moet worden
afgesloten. Door bijvoorbeeld een blauwe kleur voor de titel te kiezen,
zal de titel blauwkleurig worden weergegeven nadat deze werd ingevoegd
Wanneer de animatie een tekstobject animeert, kun je de wijze waarop de tekstdelen
op het beeldscherm verschijnen bepalen in de keuzelijst 'Tekst
van animatie voorzien'. Kies in het rolmenu bijvoorbeeld de
optie 'Per woord' om een tekstobject woord na woord te laten verschijnen.
In het tabblad 'Tijdsinstellingen' kan je voor een animatie volgende opties instellen:
'Starten': De wijze waarop de animatie wordt gestart: na een muisklik, samen met de vorige of na de vorige animatie (zie hoger op deze pagina voor meer info)
Noot: Je kan de startwijze van een animatie eveneens instellen via de keuzelijst 'Starten' in de groep 'Tijdsinstellingen' van het tabblad 'Animaties'
De 'Vertraging' waarmee een animatie moet worden uitgevoerd: nadat werd geklikt of na het einde van de vorige animatie start de animatie pas wanneer het opgegeven aantal seconden verlopen is.
Noot: Je kan de vertraging voor het uitvoeren van de animatie ook instellen via de keuzelijst 'Vertraging' in de groep 'Tijdsinstellingen' van het tabblad 'Animaties'
De 'Duur': bepaalt de snelheid waarmee de animatie wordt uitgevoerd met behulp van een keuzelijst
Noot:
Je kan de duur van een animatie tevens instellen via de keuzelijst 'Duur' in de groep 'Tijdsinstellingen' van het tablad 'Animaties'.
'Herhalen': biedt een keuzelijst waarin het aantal herhalingen van de animatie kan worden opgegeven
'Terugspoelen na afspelen': vink deze optie aan wanneer je wil dat, na het afspelen van de animatie, het object terugkeert naar de locatie waarop het zich bevond toen de animatie startte én in de weergave die de animatie voorafgaat.
'Activeringsmethoden': klikken op deze knop toont een aantal opties waarmee kan worden ingesteld:
of de animatie moet worden gestart zoals bepaald door de volgorde waarmee in een dia wordt geklikt (de standaardoptie: 'Animatie gebruiken als onderdeel van klikvolgorde')
dan wel of de huidige animatie moet worden gestart bij het klikken op een ander object in de dia ; dit obejct kan je dan kiezen in de keuzelijst
dan wel of de huidige animatie moet starten bij het afspelen van een geluidsbestand, dat je ook weer kan kiezen in een keuzelijst
Een voorbeeld:
Eerst verschijnt de hoofdtitel met de animatie 'Basisfuncties voor in-en uitzoomen' uit de keuzelijst 'Meer begineffecten...', met een 'Vertraging' van '1 seconde' en een 'Duur' van '2 seconden'
In de keuzelijst 'Start' werd de optie 'Na vorige' gekozen, waardoor de titel verschijnt zodra de dia wordt geopend
Als 'Effectoptie' werd voor de hoofdtitel een blauwe kleur 'Na animatie' gekozen en in de keuzelijst 'Tekst van animatie voorzien:' voor de optie 'Per letter'
De afbeelding verschijnt automatisch, nadat de voornoemde animaties van de hoofdtitel zijn beëindigd, door in de keuzelijst 'Start' de optie 'Na vorige' te selecteren
De afbeelding verschijnt met de animatie 'Oplossen in' uit de keuzelijst 'Meer begineffecten...', waarbij de 'Duur:' werd verlengd tot '2 seconden'
De ondertitel verschijnt 'woord per woord' na de afbeelding met de optie 'Na vorige' met een 'Vertraging' van '0,50 seconden' en een 'Duur:' van '2 seconden'
Deze dia wordt bijgevolg volledig automatisch - zonder klikken om de animaties te starten - opgebouwd, nadat de vorige dia van het scherm werd geveegd met een muisklik.
Wanneer de animatie wordt toegepast op een tekstobject in een lijst met opsommingstekens, dan kan je via het tabblad 'Tekstanimatie' opgeven:
Tekst groeperen: op welke alinea's (welk niveau van de lijst) de animatie gelijktijdig moet worden uitgevoerd
Automatisch na: tik een aantal seconden in dat bepaalt na hoeveel seconden de animatie automatisch gestart moet worden, na het einde van de vorige animatie
In omgekeerde volgorde: bepaalt of de alinea's al dan niet in omgekeerde volgorde moeten worden weergegeven tijdens de animatie