Papierformaat en marges

1. Leerdoel

De student moet in staat zijn het papierformaat en de kantlijnen van een document zelf te bepalen en aan te passen aan de papiersoort.

2. Werkwijze

2.1. Papierformaat instellen

Eén van de eerste taken bij het starten van een nieuw document kan het instellen van het gepaste papierformaat zijn. Veelal zal evenwel de standaardinstelling van Word (A4-formaat) gepast zijn. In het geval dat een ander papierformaat moet worden ingesteld, ga je als volgt te werk:

  1. Klik in het lint van MS Word op het tabblad 'Pagina-indeling'

  2. Klik op de opdrachtknop 'Formaat'
  3. Daardoor wordt een rolmenu geopend waarin je het gewenste papierformaat kan aanklikken

  1. De knop 'Meer papierformaten...' onderaan in het rolmenu opent het dialoogvenster 'Pagina-instelling' waarin het papierformaat nog nauwkeuriger kan worden opgegeven. Dit dialoogvenster wordt eveneens geopend wanneer je in de groep 'Pagina-instelling' op het startpictogram klikt.

  2. Klik op het tabblad 'Papier' in het dialoogvenster 'Pagina-instelling' indien dit nog niet geopend is.

  1. Klik naast de keuzelijst 'Papierformaat:' op de vervolgknop om een rolmenu te openen

  2. Kies in dit rolmenu het papierformaat waarop de tekst zal worden afgedrukt.

  3. Pas eventueel de breedte en de hoogte van het papierformaat aan

  4. Bepaal eventueel via het rolmenu 'Toepassen op:' op welk deel van het document het gekozen papierformaat van toepassing is

  5. Klik op de knop 'OK' om het dialoogvenster weer te sluiten.

2.2. Marges instellen via het lint

Marges bepalen de afstand van de tekst tot de rand van het papier. Vaak zullen de standaard ingestelde marges van MS Word niet voldoen, en dienen zij te worden aangepast. Dit kan op verschillende wijzen. De eenvoudigste werkwijze verloopt via het lint.

  1. Klik op het tabblad 'Pagina-indeling'
  2. Klik in de groep 'Pagina-instelling' op de opdrachtknop 'Marges'
  3. Kies in het daardoor geopende rolmenu op een van de opties die de meest voorkomende margeverdelingen weergeven.

 

2.3. Marges instellen via een Dialoogvenster

2.3.1. Marges boven, onder, links en rechts

Net zoals het papierformaat is het mogelijk om de marges uiterst nauwkeurig in te stellen door in het tabblad 'Pagina-indeling' op het startpictogram van de groep 'Pagina-instelling' te klikken.

  1. Thans moet het tabblad 'Marges' worden aangeklikt.

  1. Wijzig de marges boven, onder, links en rechts door ofwel het gepaste aantal in te tikken in de gelijknamige invoervelden, ofwel door op de pijltoetsen rechts van de invoervelden te klikken.  
  2. Klik op de knop 'OK' wanneer je hiermee klaar bent.

2.3.2. Marges spiegelen

  1. Indien de marges links en rechts beurtelings moeten gewisseld worden, omdat de afgedrukte bladzijden uiteindelijk in boekformaat moeten worden afgedrukt, kan je de keuzelijst 'Meerdere pagina's' open klikken.
  2. Selecteer vervolgens de optie 'Marges spiegelen'.
  3. Deze optie is bedoeld om een document recto-verso af te drukken en de marge langs de zijde - waarmee de afgedrukte pagina's nadien worden ingebonden (de 'rugmarge') - kleiner is dan de marges langs de buitenzijde.

2.3.3. Rugmarge instellen

Door de breedte van de rugmarge in te stellen met behulp van het invoerveld 'Rugmarge', wordt automatisch het opgegeven aantal millimeters of centimeters toegevoegd aan de linker marge van bladzijden die recto moeten worden afgedrukt, en aan de rechter marge voor bladzijden die verso moeten worden afgedrukt in geval het document uiteindelijk recto-verso zal worden ingebonden (als een boekwerk).

2.3.4. Afstand van kop- en voetteksten tot de bladrand instellen

De optie 'Vanaf rand' onder het tabblad 'Indeling' laat toe om in te stellen op welke afstand van de rand van de pagina de koptekst en/of voettekst moet worden afgedrukt.

2.4. Marges instellen via de linialen

Marges kunnen ook aan de hand van de linialen worden ingesteld via de linkermargeknop en de rechtermargeknop.

2.4.1. Marge links instellen

De knop 'Linkermarge' wordt actief wanneer de muiswijzer precies tussen de neerwaartse en opwaartse pijl van de knop 'Links inspringen' wordt geplaatst. De muiswijzer verandert dan in een horizontale dubbele pijl en het tekstlabel 'Linkermarge' verschijnt.

Sleep de knop 'Linkermarge' met ingedrukte linkermuisknop naar de gewenste positie in het liniaal. Een verticale stippellijn geeft de positie van de nieuwe linkermarge aan ten opzichte van de tekst.

2.4.2. Marge rechts instellen

De knop 'Rechtermarge' bevindt zich net boven de knop 'Rechts inspringen' en toont zich als een dubbele pijl. Door deze knop (pijl) met ingedrukte linkermuisknop over het liniaal te verslepen, kan de rechtermarge worden ingesteld, zoals in onderstaande figuur wordt getoond.

2.4.3. Boven en ondermarge instellen

Uiterst links op je beeldscherm wordt de verticale liniaal weergegeven. 

  1. Door de muiswijzer op de knop 'Bovenmarge' of 'Ondermarge' te plaatsen verandert de muiswijzer weer in een dubbele pijl .

       

  1. Sleep de knop naar de gewenste plaats in het liniaal om de marge boven of onder bij te stellen.

3. Oefening

Klik hier om de oefening 'De afwerker' te maken.

4. Bronnen

Helpprogramma van Microsoft Word 2013: zoek op 'pagina indeling'.