Zoeken in MS Word 2010-cursus:

Beeldschermopbouw en schermcodes

1. Leerdoel

De student moet de verschillende onderdelen van het beeldscherm van MS Word 2010 (user interface) kunnen herkennen en gebruiken: het lint, groepen, de liniaal, weergavenknoppen, belangrijkste opdrachtknoppen, dialoogvensters en iconen.

Tevens moet de student de codes die door Word automatisch op het beeldscherm worden weergegeven kunnen herkennen.

2. Beeldschermonderdelen

Klik op de onderstaande (blauwkleurige) koppelingen (links) indien je meer info aangaande een beeldschermonderdeel wenst. Om nadien terug te keren naar de webpagina, die je nu aan het lezen bent, klik je op de knop 'Vorige' of 'Terug' in de menubalk van je browser:

in Internet Explorer
in Mozilla Firefox
in Chrome

 

Titelbalk Toont de naam van het actieve document en van de geopende Office applicatie: in dit geval "Microsoft Word"
Tabblad 'Bestand' Opent de 'Backstage' van MS Word
Werkbalk 'Snelle toegang' Bevat de meest gebruikte opdrachtknoppen: Opslaan, Ongedaanmaken, Afdrukvoorbeeld,... Je kan zelf opdrachtknoppen toevoegen
Het lint

Bevat de tabbladen die toegang verschaffen tot de verschillende MS Wordopdrachten. Afhankelijk van de beeldschermresolutie en van de door jou ingestelde grootte van het venster (waarin MS Word actief is) wordt het uitzicht van het lint automatisch aangepast:

  • wanneer MS word in een venster draait dat niet gemaximaliseerd is, worden de opdrachtknoppen afgekort weergegeven, of zelfs helemaal niet weergegeven

  • wanneer je het venster, waarin MS Word actief is, maximaliseert dan bevat het lint zoveel mogelijk informatie (opdrachtknoppen, keuzelijsten,...)


 

Tabblad Bevat de groepen waarin de verschillende opdrachtknoppen en keuzelijsten geordend zijn.
Groep Bevat de opdrachtknoppen en keuzelijsten die functioneel bij elkaar horen ; bijvoorbeeld de groep 'Lettertype bevat de opdrachtknoppen en keuzelijsten voor het opmaken karakters, woorden, alinea's, tekstkleur,....
Opdrachtknop Activeert bij het aanklikken een functie (vetjes maken, cursief maken, centreren, kleur instellen,...)
Lint minimaliseren of maximaliseren Minimaliseert het lint zodat enkel de tabbladen zichtbaar zijn of (indien het lint geminimaliseerd is) toont opnieuw het volledige lint
Liniaal Laat toe de marges van het document en tabs in te stellen
Toepassingsknoppen Laten toe de grootte van het programmavenster in te stellen of het programma te sluiten:
het programmavenster minimaliseren 
vorig vensterformaat herstellen
het programmavenster maximaliseren
het programmavenster afsluiten
Helpknop Opent het Helpprogramma van MS Word
Invoegstreepje Geeft de plaats aan waar nieuwe karakters worden ingevoegd bij het intikken van letters, cijfers of leestekens
Statusbalk Toont gegevens over de huidige status van het getoonde document: het paginanummer, het aantal pagina's, aantal woorden, kolomnummer, taal,.... Je kan de informatie, die de statusbalk toont, zelf aanpassen.
Zoomfunctie Laat toe op de tekst in en uit te zoomen (de weergave te vergroten of te verkleinen)
Weergaveknoppen Laten toe de documentweergave in te stellen: afdrukweergave, normaal, overzichtweergave, webpaginaweergave,...
Schuifbalken Laten toe om de tekst in het venster te verschuiven zodat niet zichtbare tekstdelen in beeld komen
Paginaknoppen Laten toe doorheen de tekst te bladeren: per pagina, per afbeelding, per kop, per tabel.  Bevat tevens een zoekfunctie
Navigatievenster Toont alle titels die in een document werden ingevoerd met behulp van stijlen. Wanneer op een titel in het navigatievenster wordt geklikt, toont het programmavenster meteen de pagina waarin deze titel voorkomt. Bevat tevens de zoekfunctie waarmee tekstdelen in een documetn kunnen worden opgezocht.

3. Beeldschermcodes

Volgende beeldschermcodes worden door MS Word automatisch op het beeldscherm getoond.  

Indien deze schermcodes tijdens het intikken niet op het beeldscherm verschijnen, klik dan op de opdrachtknop op het tabblad 'Start' in de groep 'Alinea'.

Codenaam Weergave op beeldscherm
spatie .
vaste spatie (die niet wordt afgebroken op regeleinde) °
vast koppelteken (niet af te breken aan het einde van een tekstregel) ¯
gewoon koppelteken -
tijdelijk koppelteken (dat enkel effectief wordt gebruikt indien het woord aan het regeleinde moet worden afgebroken) ¬
tabulator
alinea-einde of paragraafteken
regeleinde binnen een alinea
pagina-einde
vast pagina-einde (door gebruiker ingevoerd)
sectie-einde (door gebruiker ingevoerd)