De student moet de belangrijkste onderdelen van het Powerpointbeeldscherm herkennen en kunnen gebruiken.
Onderstaande figuur geeft weer hoe een Powerpointbeeldscherm er zou kunnen uitzien, nadat het programma werd opgestart. Vermits er verschillende manieren zijn om met Powerpoint te beginnen (klik hier voor meer info aangaande het opstarten) kan echter een enigszins ander beginscherm getoond worden.
Titelbalk | Helemaal boven aan het beeldscherm zit, zoals in elk ander Officeprogramma, de titelbalk, die ondermeer de naam van de geopende presentatie weergeeft |
Werkbalk 'Snelle toegang' | Links in de titelbalk zit de werkbalk 'Snelle toegang' waarin een aantal opdrachtknoppen die gebruikers vaak nodig hebben zijn opgenomen ; bijvoorbeeld de opdrachtknop 'Opslaan'. Je kan aan deze werkbalk zelf frequent gebruikte opdrachtknoppen toevoegen. |
Sluiticoon | Uiterst rechts in de titelbalk laat het icoon 'Sluiten' je toe om PowerPoint af te sluiten. Indien je presentatie op dat moment nog niet is bewaard, verschijnt een waarschuwing. |
Helpknop | Het helpprogramma van MS PowerPoint kan je openen door op de 'Helpknop' te klikken. Meer informatie aangaande het gebruik van het helpprogramma kan je hier vinden. |
Lint | Onder de titelbalk bevindt zich het lint. Het lint bevat een hele reeks tabbladen. Elk tabblad geeft toegang tot een aantal opdrachtknoppen. Bij elkaar horende opdrachtknoppen zijn in een tabblad samengezet in een groep. |
Knop 'Lint minimaliseren' | Wanneer je het lint tijdelijk wil dichtklappen, dan kan je op deze knop klikken. Om het lint weer zijn normale grootte te geven, klik je andermaal op deze knop , die thans 'Lint maximaliseren' wordt genoemd. |
Werkvenster | Het grootste deel van het beeldscherm wordt ingenomen door het werkvenster. Hierin worden de verschillende dia's van een presentatie opgebouwd en getoond. |
Venster 'Overzicht' | Links op je beeldscherm verschijnt het venster 'Overzicht'. Met behulp van twee tabbladen kan je de ingevoerde dia's bekijken naar inhoud (tab 'Overzicht ) of grafisch (tab 'Dia's' ). Het venster laat je onder meer toe snel doorheen de verschillende dia's te navigeren, de tekstuele inhoud te corrigeren, enzovoort. |
Statusbalk | Helemaal onderaan het beeldscherm bevindt zich de voor Windows-programma's gebruikelijke statusbalk. Uiterst links geeft deze het nummer van de dia weer welke thans in opbouw is, of welke thans getoond wordt, of die op dat moment geselecteerd is, enzovoort. Daarnaast wordt het huidige thema getoond. Rechts van het thema wordt de gebruikte taal weergegeven. Je kan de informatie, die in de statusbalk wordt weergegeven, wijzigen door met de rechtermuisknop op de statusbalk te klikken en in het daardoor geopende menu de te tonen informatie aan of uit te vinken. |
Weergaveknoppen | Rechts in de statusbalk bevinden zich de weergaveknoppen. Zij
laten toe tussen de verschillende 'weergavemodi' van PowerPoint te
schakelen: normale weergave, diasorteerderweergave, leesweergave en
diavoorstelling.
|
Zoomfunctie | Uiterst rechts in de statusbalk verschijnt de zoomfunctie. Deze laat je toe om snel op een dia in het werkvenster in te zoomen of weer uit te zoomen door de schuiver te verslepen met ingedrukte linkermuisknop. |